431
16 APRIL 1973
De heer van Caulil heeft de concrete vraag gesteld wanneer
de gehele Markt als experiment zal worden afgesloten. Ik meen
dat dit tijdstip afhankelijk is van het programma van actie dat in
samenwerking met de commissie van advies en bijstand wordt opge
steld. Uitgangspunt moet daarbij zijn het kader van het preadvies
van burgemeester en wethouders dat thans ter tafel ligt. Dit bete
kent dat wij zullen moeten gaan experimenteren met een afsluiting
van de gehele Grote Markt. Afsluiting op de dinsdag- en vrijdag
morgen is niets bijzonders, maar naar mijn mening zal ook op be
paalde zaterdagen na toestemming van de adviescommissie --
met een verkeersvrije Markt geëxperimenteerd worden. Ik heb be
grepen dat de heer van Caulil een bepaalde angst koestert. Ik ge
loof niet dat wij een aantal weken de gehele Grote Markt ver
keersvrij zullen gaan maken. Dat is geenszins de bedoeling.
De heer America heeft een en ander beschreven als een schijn
oplossing. Ik moet bekennen dat ik de oplossing evenmin maximaal
vindt maar in de wirwar van alles wat vóór ons ligt lijkt ons dit
de beste oplossing. Ik noem deze dan ook geen schijnoplossing maar
een niet ideale oplossing. De heer America heeft voorts onderzoek-
technische onmogelijkheden geconstateerd. Ik ben niet -- zoals de
heer America -- bevoegd om over dergelijke dingen te oordelen.
De adviezen van de sociografische dienst, de verkeersafdeling van
de dienst openbare werken en de stedebouwkundige afdeling van
openbare werken geven aan dat het mogelijk is een voorstel aan
de raad te doen. Deze adviezen sterken mij in de mening dat de
voorgestelde oplossing mogelijk is.
De heer America heeft gepleit voor handhaving van de huidige
toestand. Hij heeft gesproken over de groene bakken die overigens
20.000,-- gekost hebben -- over parasols, over terrassen, over
vogels en wat dies meer zij. Ik geloof dat de uitnodiging die wij tot
de omwonenden van de Grote Markt gericht hebben juist hiermee
verband houdt. Wij hebben mede door belastingtechnische maat
regelen de condities geschapen voor dergelijke gebeurtenissen. Ik
moet bekennen dat deze niet hebben plaatsgevonden in de mate
waarin dat mogelijk geweest zou zijn.
De heer van Os heeft gezegd dat de verwarring bij de onder
nemers groter wordt. Het is mijn persoonlijke mening dat er een
nauwe samenspraak moet zijn tussen de commissie van advies en
bijstand en degenen die belang hebben bij de Grote Markt, opdat
wederzijds binnen een redelijke termijn duidelijkheid ontstaat over
wat er gaat gebeuren, ondanks het feit dat men het daar niet in
alle opzichten mee eens zal zijn. De heer van Os heeft tenslotte
gezegd dat het zijn doelstelling is de Grote Markt absoluut auto
vrij te maken. Ik onderschrijf dit ten volle.
Tenslotte iets over de motie van mevrouw Paulussen, die vier
punten bevat. Goedkeuring van het krediet die in de motie wordt
bepleit komt overeen met het voorstel van het college: men kan
zich voorstellen dat wij daar geen moeite mee hebben. De drie
andere punten die in de motie worden genoemd zijn: handhaving
van de bestaande situatie, overleg met belangengroepen en een
voorstel in de raad in oktober of november. Ik heb al gezegd dat
er op deze manier eigenlijk niets gebeurt; in oktober of novem
ber gebeurt dan precies hetzelfde als vandaag. Het zal de raad
duidelijk zijn dat het college hem deze motie ontraadt. Het col
lege vraagt de raad zijn fiat te geven aan een krediet van ƒ44.500,--