458 16 APRIL 1973 Wethouder VAN GRAAFEILAND: In ieder geval ontstaat dan een situatie die, de gang van de besluitvorming in de raad nagaande, in ieder geval nimmer in de bedoeling van de meerderheid van de ze raad heeft gelegen. Om die reden zijn al dat soort alternatieven na 4 januari helemaal niet meer "im Frage" gekomen; dat lijkt mij een volstrekt democratische handelwijze. Ik zou de beantwoording -- en de behandeling in de raad leidt daar ook toe -- eigenlijk willen beperken tot hetgeen ten opzichte van 4 januari is veranderd. Zowel de heer Crul als de heren van Ban ning en Dees hebben gesproken over de garanten» Met name is de vraag aan de orde gekomen wat nu de motieven zijn geweest op grond waarvan de garanten het min of meer hebben laten afweten. De heer von Schmid wijt dat in hoofdzaak aan het optimisme waar mede de exploitant het Turfschip binnen is getrokken. Dat is niet waar en dat blijkt ook helemaal niet uit de brief die wij van de garanten hebben ontvangen; deze brief heeft overigens ook ter visie gelegen. Afgezien daarvan ben ik wel gelukkig dat wij iemand heb ben gevonden die met betrekking tot de exploitatie van het Turf schip optimistisch is, en wel voor zijn eigen rekening. De motieven, die wél een rol hebben gespeeld bij de opstelling van de garanten, zijn er eigenlijk twee. Die hebt u kunnen aantreffen in hun brief van 28 februari. Het ene motief was de vraag of in de situatie die ontstaan was door de 40. 000,--kwestie, u duidelijk geëta leerd, de garanten nog zouden kunnen voldoen aan hun verplichting tot het opleveren van 60. 000,-- per jaar aan leningen; was de situatie zodanig dat zij het bedrijfsleven in voldoende mate zouden kunnen interesseren? Het andere motief was dat de garanten een andere beoordeling hebben van de waarde van de congresdienst. De oplossing, die de bemiddelingspoging van de gemeente heeft ingehouden, bete kende dat het budget van de congresdienst met ongeveer 30% zou wor den ingekort; dit heeft natuurlijk duidelijk consequenties voor de wer king van die gehele dienst. Men kan van opvatting zijn dat de congres dienst in dat geval niet meer het nut heeft, dat voor dat gebouw no dig is. Wij staan op het standpunt dat de acquisitieve activiteiten van het Turfschip ook zouden kunnen worden gepleegd door de exploitant zelf; dit hebben wij dan ook met de heer van den Boer doorgesproken. Ook hij is die mening toegedaan, hetgeen blijkt uit zijn huidige op stelling. Dat zijn eigenlijk de twee motieven, op grond waarvan de garanten het hebben laten afweten, hoe jammer het ook is dat dit zo is gelopen. Ik ben er overigens met de heer Dees volkomen van over tuigd dat de situatie, zoals die bij de uitvoering van de besluit vorming van 4 januari is ontstaan, in genen dele aan de gemeente heeft gelegen. Ik wil er ook geen enkel misverstand over laten be staan -- dat blijkt ook wel uit de brief -- dat het woord "tijdig", dat in de brief van de garanten voorkomt, betekent dat men ons zo snel mogelijk nadat er kennelijk onoverkomelijke problemen waren ontstaan heeft geïnformeerd, weliswaar na 4 januari. Toen zijn wij inderdaad vrij snel bij de zaak betrokken, dat moet ik de heren nageven. De specifieke verantwoordelijkheid van portefeuillehouders, die de heer Crul op tafel brengt, zou ik toch wel enigszins anders willen bedien. Natuurlijk is iedere portefeuillehouder specifiek verantwoor delijk voor zijn eigen functie en het takenpakket dat hem uit dien hoofde is toevertrouwd, maar uiteindelijk komt een standpunt naar voren waar het gehele college in feite achter staat en vanaf dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 458