16 APRIL 1973
460
moet worden teruggenomen, omdat wij daar kwalitatief noch kwan
titatief voldoende voor zijn geëquipeerd. Ik meen dat wij dit stand
punt ook vanavond onverkort moeten handhaven en dat het om die
reden ook af te wijzen zou zijn een commissie ex artikel 61 of
welke andere commissie dan ook op grond van de gemeentewet
in het leven te roepen.
De heer Crul komt weer terug op twee adagia, die hij ook de
vorige keer .heeft geëtaleerd, namelijk de openbaarheid van de ver
gaderingen en het geven van een verantwoordingsverslag door de stich
ting. Zoals betoogd is er sprake van een particuliere stichting. Ik
meen even te mogen herhalen wat ik in de ROEZ heb gezegd: ook
voor gemeentelijke stichtingen is de openbaarheid van vergaderen
niet geregeld. Het is dus zeker op dit moment volstrekt onlogisch
de openbaarheid van vergaderingen aan een particuliere stichting
op te leggen. Voor zover dat mogelijk was hebben wij aan de be
hoefte van de raad voldaan door in artikel 6-c in tegenstelling
tot de statuten van 4 januari op te nemen, dat de stichting ieder
jaar omtrent het door haar gevoerde beleid verslag aan de raad
uitbrengt. Dit verslag wordt van een preadvies voorzien en staat
dan ter discussie voor de raad. Overigens wil ik ook daarover geen
enkel misverstand laten bestaan; dit beluisterde ik in feite ook in
de woorden van de heer Dees. Dit is geen verantwoordingsverslag
aan de raad, het houdt niet het afleggen van verantwoording door de
stichting aan de raad in. Het betekent dat de stichting informatie
verstrekt omtrent het door haar gevoerde beleid; hierover wordt ge
discussieerd in de raad. De raacT kan dan zijn wensen etaleren, welke
daarna weer ter kennis van het bestuur van de stichting kunnen worden
gebracht.
De heer VAN OS: Vrijblijvend!
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Eén van die wensen kan in ieder
geval al worden meegenomen en die ligt op het vlak van de open
baarheid van vergaderen. Ik heb dat bij ROEZ éénmaal en ander
maal betoogd.
Ook de wens, dat in het beleidsverslag enige zinsneden moeten
voorkomen met betrekking tot de gemeenschapsactiviteiten en het
waarmaken daarvan door het stichtingsbestuur voor zover mogelijk,
zal in de richting van het stichtingsbestuur worden geëtaleerd.
De heer van Banning stelt mij een oude vraag en ik moet hem
eerlijk zeggen dat ik niet exact op de hoogte ben van de wijze,
waarop de borgen gereageerd hebben op het stellen van hun ver
plichting met betrekking tot de oude borgstelling. Ik heb uit meer
dere mondelinge reacties begrepen dat men wel degelijk aan zijn
verplichtingen zal gaan voldoen.
Door de heer Crul is geconstateerd -- en daar heeft hij vol
strekt gelijk in dat er met betrekking tot het personeel aan dit
voorstel geen gevolgen verbonden zijn. Ik onderschrijf uiteraard de
mening van de heer Dees dat de wijze, waarop het college op de
moeilijkheden heeft gereageerd, is ingegeven door de problemen
die anders zouden zijn ontstaan met betrekking tot de mensen die bij
de huidige exploitant in dienst zouden kunnen treden. Het andere
motief was dat wij ernaar gestreefd hebben tot uitvoering van de
besluitvorming te geraken.
