463 16 APRIL 1973 De PAK- fractie is van oordeel dat het Turfschip, ondanks alle twijfels die wij hebben, toch vanuit deze raad gesteund moet wor den in zijn nieuwe koers. Op grond daarvan zal de PAK-fractie met het voorstel meegaan. Wethouder VAN GRAAFEILAND; Mijnheer de voorzitter. Ik zal het zeer kort trachten te houden. De heer van Os legt in verband met de commissie artikel 61 een relatie, die ik duidelijk niet heb gelegd. Vanaf augustus is betoogd dat de bestuurlijke en de finan ciële betrokkenheid van de gemeente zouden moeten worden beperkt. De enige oplossing om de financiële betrokkenheid van de gemeente te beperken is iemand voor eigen rekening en risico te laten werken; die situatie ontstaat alleen maar wanneer men daaraan vastkoppelt dat men zich als gemeente niet zal bemoeien met de prijs van een kop koffie en een glaasje pils. Dat bedoel ik daarmee. De heer VAN OS: Dat heb ik ook niet gezegd! Wethouder VAN GRAAFEILAND: Dat betekent in feite dat men ook inderdaad in de richting van de stichting moet gaan denken. Wat dat betreft sta ik nog volstrekt achter het totale voorstel. Met vrienden en relaties moet men voorzichtig zijn. Uit de gang van zaken na 4 januari is wel duidelijk geworden dat van vrienden en relaties in dit kader in ieder geval niet gesproken kan worden. Men zou zelfs kunnen zeggen dat het tegendeel daarvan is geble ken. Mijn opmerking in eerste instantie is niet toevallig gemaakt: het verslag van de stichting zal door het college van een preadvies worden voorzien. Ik onderschrijf het meenemen van de opmerkingen omtrent de openbaarheid en ik zou daaraan vast willen koppelen -- om ieder misverstand uit te sluiten -- dat ik die opmerking hier als wethouder van economische zaken oppak en dat ik haar daar, eventueel als lid van het stichtingsbestuur, met de overige stichtings bestuursleden zal beoordelen in het kader van het fungeren van de stichting. De heer CRUL; Ik stel mij voor dat de wethouder het standpunt van het college, dat de vergaderingen van de stichting openbaar zouden moeten zijn, naar de stichting meeneemt. De VOORZITTER: Uw woorden zijn zo rietjes gekozen! Wethouder VAN GRAAFEILAND: Mijnheer de voorzitter. Ik dacht dat ik alles zo netjes gescheiden had! Ik onderschrijf de opmerking van de heer von Schmid dat er inderdaad wel wat is weggevallen. Mét de garanten is er inderdaad ook 300.000,-- uit het bedrijfs fonds weggevallen en dat betekent een geweldige aderlating in het geval dat de exploitant iets zou overkomen. In het andere geval is het alleen maar ter meadere zekerheidstelling en behoeft het ook niet te worden aangewend, Als de heer van den Boer zijn zaken doet zou dit betekenen dat het bedrijfsfonds ook het gedeelte dat gefourneerd zou worden vanwege de participanten niet kan aanspreken en derhalve zijn functie in de toekomst zal gaan verliezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 463