17 MEI 1973
476
De heer ROOZEBOOM: Ik heb het persoonlijk aan de heer
America gevraagd, zonder daarvoor deze microfoon te gebruiken.
De VOORZITTER: Dit kunt u beter op een andere plaats uit
vechten. Het woord is aan de heer Crul.
De heer CRUL: Een van de belangrijkste adviezen die in dezen
wordt verstrekt, wordt uitgebracht door de projectgroep bejaarden
huisvesting, waarin onder andere vertegenwoordigd zijn de Stichting
Bejaardenwerk en de Sociale Dienst, naast andere instellingen. Het
voorstel en de adviezen zijn voorts mede gebaseerd op brieven van
de Plebaan van der Madenstichting en de Stichting Bejaardenwerk.
De Gemeentelijke Sociale Dienst neemt in de advisering aan het
college, en daardoor direct en indirect aan de raad, een belang
rijke plaats in.
In de Stichting Bejaardenwerk, de projectgroep bejaarden
huisvesting, de Gemeentelijke Sociale Dienst én de Plebaan van
der Madenstichting -- allemaal afzonderlijke instellingen en diensten --
hebben een aantal dezelfde functionarissen zitting; onder anderen
de wethouder voor sociale zaken, de directeur van de Gemeente
lijke Sociale Dienst en een ambtenaar van die dienst. In de prak
tijk komt het erop neer dat deze functionarissen in de verschillende
instellingen en diensten zichzelf adviseren. Naar mijn mening is het
onmogelijk dat er op deze wijze een onafhankelijk advies tot stand
komt, terwijl dat toch essentieel moet worden geacht om in dit soort
zaken tot een goede besluitvorming te komen. Daarom stel ik u voor
de agendapunten 4 en 4a van de agenda af te voeren en ermee in de
raad terug te komen, nadat een onderzoek is ingesteld naar de manier
waarop de aanvraag van de bouw en de advisering tot stand zijn ge
komen én nadat een onafhankelijk advies over de facetten van de be
jaardenhuisvesting voorhanden is.
De VOORZITTER: Het schema dat de heer Crul heeft ingediend
valt voor mij niet één-twee-drie te beoordelen. Niettemin zijn er heel
wat elementen in opgenomen die met het te nemen voorbereidings-
besluit als zodanig niets van doen hebben. Ik geloof dat wij er uiter
mate verstandig aan zouden doen op objectieve gronden te beoordelen
of wij de agendapunten 4 en 4a vanavond in behandeling willen ne
men of niet.
De heer ROOZEBOOM: Het schema van de heer Crul toont geen
redenen aan om het voorstel af te voeren. Dat er in de samenleving
sprake kan zijn van een "pettenprobleem" is duidelijk. Wij mogen
alleen maar blij zijn dat sommige mensen naast hun dagelijkse loop
baan nog bereid zijn andere bezigheden te verrichten. Het spreekt
vanzelf dat daarbij zorgvuldigheid betracht moet worden. Er zijn
situaties denbaar, waarin bepaalde "petten" onverenigbaar zijn.
Actueel in dit verband is de vraag die mevrouw van Nes eens aan
de orde heeft gesteld over de aanwezigheid van ambtenaren in open
bare vergaderingen.
Zouden wij besluiten dat iedereen maar één neventaak mag
uitoefenen, dan zouden wij vele goede burgers van Breda, die pro
deo nuttig werk verrichten voor de gemeenschap, een trap tegen de
schenen geven. Daarmee ben ik het niet eens. De meerderheid van
mijn fractie is dan ook van mening dat het onderhavige voorstel van