491 17 MEI 1973 De heer VAN DUN: Het lijkt mij nuttig de opmerkingen die vanuit de raad zijn gemaakt naar aanleiding van de agendapunten 4 en 4a te splitsen in twee categorieën. De op- en aanmerkingen die gewijd waren aan het nemen van het voorbereidingsbesluit zullen door mij beantwoord worden; collega De Raaff zal ingaan op de inhoudelijke kant van de zaak. Ik wil maar meteen het odium van formaliteit op mij laden door de leden van de raad vast te pinnen op het voorstel dat aan de orde is. De gemeenteraad heeft een bestemmingsplan voor De Hoge Vucht goedge keurd, waarin een stuk grond voorkomt met de bestemming "bijzondere doeleinden". Dat stuk grond is niét, zoals in het bezwaarschrift van de Opbouwraad Breda-noord staat, exclusief gereserveerd voor shotvelden en recreatiemogelijkheden; het kan wel degelijk geschikt zijn voor het stichten van een bejaardenvoorziening. Aan het eind van de zestiger jaren heeft de Plebaan van der Maden- stichting zich gewend tot het college met het verzoek een bejaardenvoor ziening te mogen realiseren in Breda-noord. In overleg met de gemeente is toen het onderhavige stuk grond aangewezen in de Hoge Vucht. Op voorhand stel ik vast dat er in de Hoge Vucht geen alternatieven zijn om deze bejaardenvoorziening te realiseren. Het zal de raad bekend zijn dat het regime ten aanzien van de. premietoewiizing inzake de stichting van bejaardenvoorzieningen zich in de loop der jaren heeft gewijzigd. Aanvankelijk was het plan op dié plaats, conform de bestemmingsplan nen, een verzorgingstehuis voor bejaarden neer te zetten. Later is men, onder drang van de overheidsinzichten, geswitched naar de stichting van verzorgingseenheden plus wooneenheden. Onder drang van hetzelfde regi me is men ten slotte terecht gekomen op het stichten van wooneenheden- sec, plus een eventueel dienstencentrum. Over de merites van het dien stencentrum zal collega De Raaff het een en ander vertellen. Ongestraft is het college van burgemeester en wethouders in staat een bouwvergunning af te geven voor het creëren van een verzorgingstehuis voor bejaarden ter plekke, omdat het college, ondanks het advies van de welstandscommissie en conform de bouwverordening, de mogelijkheid heeft afwijkingen toe te staan in de hoogte van het geheel. Het enige probleem is dat er intern bij de gemeente een grote twijfel bestaat over de vraag of het creëren van bejaardenwoningen-sec valt onder de bestem ming "bijzondere doeleinden". De Plebaan van der Madenstichting is van oordeel dat déze bejaardenwoningen vallen binnen de categorie "bij zondere doeleinden"; ook het advies van de projectgroep bejaardenhuis vesting tendeert in die richting. De dienst van openbare werken is dezelf de mening toegedaan. Töch hebben wij het risico genomen vanavond met dit voorstel naar de raad te gaan. De raad heeft in zijn beschouwingen de rechtszekerheid naar de bur ger toe niét betrokken. Ik vind dat de burger in Breda recht kan doen gel den op die rechtszekerheid. Mevrouw Paulussen heeft uitgebreid aandacht geschonken aan de ste- debouwkundige adviesraad en deszelfs advies. Zij heeft enkele citaten uit dat advies gelicht; ik zou enkele andere citaten kunnen aanhalen, maar ik heb er geen behoefte aan. De stedebouwkundige adviesraad is door het college op de hoogte gebracht van het feit dat hij in déze pro blematiek naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen enkele rol speelt. Volgens de door de raad goedgekeurde reglementen van de stedebouwkundige adviesraad houdt hij zich bezig met de uitgangspunten van de ruimtelijke ordening, d.w. z„ het opstellen van programma's van eisen voor bestemmings- en structuurplannen. Niettemin heeft de stede bouwkundige adviesraad ons doen weten dat hij van plan was eigenhandig en ongevraagd advies uit te brengen, een recht dat hem toekomt en dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 491