17 MEI 1973
494
Bezwaar maak ik eveneens tegen de opmerking van mevrouw Van
Nes dat wij de grond in de binnenstad zo duur maken, dat er geen woon
bestemming mogelijk is. Het is een leuke opmerking, maar ik zou haar
willen vragen het eens te bewijzen. Ik kan haar het tegendeel bewijzen.
Wij zijn van plan de Gerardus Majellawijk om te bouwen tot dezelfde
woonbestemming.' Opmerkingen zoals mevrouw Van Nes die maakt zijn
enigszins tendentieus; zij doen de burgerij van Breda geen goed.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Gisteren hebben wij in de afdeling voor
maatschappelijk werk gevraagd of het niet mogelijk was in de binnenstad
een dergelijk plan te realiseren. Wij hebben het gehad over de grond waar
op de kathedraal staat, maar die grond was veel te duur.
De heer VAN DUN; De grond van de kathedraal is niet van ons, maar
van Zijne Eminentie de bisschop van Breda. Voorts doe ik geen zaken met
opmerkingen die gemaakt zijn in de raadsafdeling, maar met opmerkin
gen die vanavond in de raad zijn gemaakt.
De heer Von Schmid begrijp ik helemaal niet meer.
De heer VON SCHMID: Ik snap u ook helemaal niet meer.'
De heer VAN DUN: De heer Von Schmid heeft geciteerd uit het
zwartboek-Hoge Vucht, alsof het zijn bijbel is, en daaruit conclusies ge
trokken voor zijn meningsvorming. Ik raad hem aan ook andere rappor
tages bij zijn meningsvorming te betrekken.
De heer Van Duijl heeft ongeveer dezelfde bezwaren tegen een aan
tal opmerkingen als ik, evenals de heren Kroon en Spanjer. De heer Fro-
ger is het gedeeltelijk met het college eens. Zijn opmerking dat deze
wijk niet meer te redden is, is natuurlijk voorbarig. De heer Severens
heeft gesproken over de problematiek van de hoogbouw. Ik verzoek hem
rekening te houden met de hoogbouw zoals die in dit project gerealiseerd
is: een viertal bouwlagen van twee-, vier-, en zeshoog.
Vervolgens wordt van 21. 00 tot 21.25 uur gepauzeerd.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
(De heer Gielen komt ter vergadering)
De heer DE RAAFF: Er zijn, zoals wel gebleken is, vele aspecten ver
bonden aan het voorstel dat wij thans bespreken. Het is ook mogelijk het
voorstel via diverse invalshoeken te benaderen. Mijn invalshoek is die van
de bejaardenhuisvesting. Uit onderzoekingen is gebleken dat de huisves
ting van bejaarden een van de voornaamste, zo niet hèt voornaamste, pro
bleem is. Men moet trachten dit in de juiste verhoudingen te zien. Wij
hebben het niét over de huisvesting van &lle bejaarden, van wie er op dit
moment ruim 13. 000 zijn in Breda. Verreweg de meeste bejaarden wonen
her en der verspreid, al of niet zelfstandig, in diverse soorten van wonin
gen. Wij trachten te voorzien in de diverse behoeften aan huisvesting door
een diversiteit van mogelijkheden te creeren.
In de loop der jaren is enerzijds de filosofie ontwikkeld dat een be
jaarde zo lang mogelijk zelfstandig moet kunnen blijven wonen, en an
derzijds de conclusie getrokken dat een bijdrage daartoe geleverd zou kun
nen worden door meer specifieke, aangepaste bejaardenwoningen te bou
wen, naast de vele andere vormen van bejaardenhuisvesting, zoals gewo
ne woningen, serviceflats, verzorgingstehuizen en verpleegtehuizen.