17 MEI 1973
496
is grotendeels een kwestie van ruimtelijke ordening. Wij zouden ook
de bejaarden zelf kunnen vragen wat zij willen. Het blijkt dat de be
jaarden er zelf minder moeite mee hebben. Gebouwen die aan de rand
van de stad staan en niet specifiek voor bejaarden bestemd zijn worden
töch door bejaarden gekocht, blijkbaar omdat zij daar willen wonen.
De heer AMERICA: Hebt u dat aan de bejaarden gevraagd?
Mevrouw PAULUSSEN: Is het een wetenschappelijke stelling?
De heer DE RAAFF: Zijn al üw verklaringen wetenschappelijke stel
lingen? In de afdeling heb ik een voorbeeld genoemd. In Breda-zuid
staan hele dure flats, die vol schijnen te stromen met bejaarden.
Mevrouw PAULUSSEN: Uit de Randstad.'
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Bejaarden met auto's.'
De heer DE RAAFF: De problemen die door de raad worden aange
voeld, worden door de bejaarden zelf blijkbaar niet als zodanig ervaren.
De VOORZITTER: Dames en heren. De tweede termijn is aan de or
de. Ik verzoek u de toespraken die u nog wilt houden te beperken tot en
kele minuten. De wethouder heeft toegezegd dat er in september een
nota aan de raad kan worden voorgelegd. In juni en augustus zijn er geen
voorstellen terzake te verwachten; in de maand juli wordt er niet verga
derd. Besluiten die na september genomen worden, kunnen gebaseerd
zijn op de beleidsvisie die in de nota tot uitdrukking zal worden gebracht.
Burgemeester en wethouders zijn van mening dat de motie hierdoor over
bodig is geworden.
Mevrouw JAGER-MIDDELBEEK: Ik heb er geen behoefte aan de mo
tie in te trekken; ik zie er ook de noodzaak niet van in. Waarom heeft
het college bezwaar tegen deze motie?
Wethouder Van Dun wil ik verzoeken druk uit te oefenen, opdat er
snel een busverbinding tot stand komt. Het zou toch wel vreemd zijn,
als wij bejaarden zouden verhinderen zich te verplaatsen.
Mevrouw PAULUSSEN: Als door wethouder Van Dun geëtiketteerde
deskundige zal ik in tweede instantie reageren op het antwoord van het
college.
Wethouder Van Dun heeft het vanavond in zijn beantwoording wel
erg "grijs" gemaakt; het is misschien stof voor een "grijs"-boek. Een
aantal opmerkingen hangen hem de keel uit; dat gevoel is wederkerig,
met name ten aanzien van zijn manier van antwoorden en zijn uiterst
formele opstelling.
De juridische aspecten van de zaak heb ik wel begrepen. Juist van
wege het laat indienen van dit voorstel bij de raad, zullen wij, als wij
vanavond "neen" zeggen, de schuld krijgen van de stagnatie.
Wat de Star betreft wil ik het volgende opmerken. Deze raad heeft
inderdaad goedkeuring gehecht aan het uitbrengen van adviezen ten aan
zien van grote lijnen van het beleid. In het reglement van de Star wordt
evenwel bepaald dat er gevraagd en ongevraagd advies kan worden uit
gebracht. Welnu, gezien zijn opdracht heeft de S'car gemeend bij een
zó belangrijk voorstel ongevraagd advies te moeten uitbrengen. Wat
wordt er met ongevraagde adviezen van adviesraden gedaan?