499 17 MEI 1973 men is de stichting van een gemeenschapshuis van achteneenhalve ton ingecalculeerd. Wij moeten ons dat goed realiseren. Ik zou graag wil len weten welke consequenties ons hieromtrent over enkele maanden zul len worden aangeboden. Het is allemaal zo onzeker. In bijlage 132 wordt duidelijk meegedeeld dat in de eerste fase alleen de woongebouwen uit gevoerd zullen worden en niét het dienstencentrum. Op die bijlage heb ben wij geen correctie ontvangen. Als wij ons net zo formeel opstellen als de wethouder, zouden wij dus kunnen concluderen dat het dienstencen trum niét gebouwd zal worden. Wethouder De Raaff zegt dat het wêl zal gebeuren. Waarom is zulks in de stukken dan niet gewijzigd? Er zijn nog veel meer onzekere factoren rond het dienstencentrum. In een zeer vroeg stadium hebben burgemeester en wethouders de plannen kenbaar gemaakt, opdat de bewoners er eventueel bezwaar tegen zouden kunnen aantekenen. Bent u niet wettelijk verplicht na dit voorbereidings- besluit de bewoners opnieuw in staat te stellen bezwaren in te dienen? Wethouder De Raaff heeft verteld dat de concentratie van bejaarden nodig is om een dienstencentrum te kunnen bouwen. Dat is een pracht voorbeeld van omgekeerde bewijsvoering. De directeur van de Stichting Bejaardenwerk heeft ons gisteren in de afdeling meegedeeld dat het al leen verantwoord zou zijn zoveel bejaarden bijeen te zetten, indien er bijv. een dienstencentrum zal worden gebouwd. Dat is precies het tegen overgestelde van de bewering van wethouder De Raaff; zo begrijp ik het althans. De heer VAN DUIJL: In het preadvies wordt ons meegedeeld dat het dienstencentrum ook dienstbaar zal worden gemaakt voor de bejaarden uit de omgeving. Uit andere inlichtingen die wij hebben gekregen, heb ik opgemaakt dat het evenwel ook nog voor andere doeleinden gebruikt zou kunnen worden. Hierover wil ik graag nog iets vernemen. Aanvankelijk waren wij van plan de motie van mevrouw jager te ondersteunen. Na de duidelijke toezegging van het college in dezen, heb ben wij geen behoefte meer aan die motie. De heer DEES: Er is wel degelijk verschil tussen de toezegging van de heer De Raaff en de inhoud van de motie. Ik verzoek de heer Van Duijl de motie nog eens goed te lezen. De heer VAN OS: De indruk is gewekt dat er een soort koppelverkoop zal plaatsvinden. Daarom wil ik graag antwoord hebben op de volgende vraag. Zal op het gemeenschapshuis in Geeren-noord de subsidie op ruim te biedende gelegenheden van toepassing zijn? In dat geval zal de gemeen te in de toekomst namelijk de kapitaalslasten voor haar rekening moeten nemen. De heer KROON: De motie van mevrouw jager heb ik niet mede onder tekend, omdat daarin tot uitdrukking wordt gebracht dat de raad geen me dewerking meer zal verlenen aan volgende projecten. Momenteel bevinden verschillende projecten zich al in een vergevorderd stadium van voorbe reiding. Het is mogelijk dat deze projecten aan de raad aangeboden zullen worden, voordat de nota Huisvesting Bejaarden in de raad is behandeld. Ik heb er bezwaar tegen de motie te steunen, omdat wij ons dan zouden vast pinnen op een bepaald standpunt. Ik wil de verschillende projecten liever op zichzelf bekijken. De heer SEVERENS: Ik wil graag van het college vernemen of wij vóór de maand september nog voorstellen kunnen verwachten over de bouw van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 499