501 17 MEI 1973 uit te moeten brengen". Naar de mening van het college moeten ook ongevraagde adviezen binnen de taakstelling worden uitgebracht; an derzijds zullen wij met de Star moeten overleggen of er een verruiming in de taakstelling mogelijk en wenselijk is. Met ongevraagde adviezen die tijdig binnenkomen wordt rekening gehouden bij de opstelling van het preadvies. Ongevraagde adviezen die gisteren binnenkomen, worden door het college sinds gisteren ter visie gelegd» Het verheugt mij dat de Star zich zo democratisch heeft ontwikkeld, hoewel de functione ring nog niet optimaal kan worden genoemd. Als ik mij in eerste instantie te formeel heb opgesteld ten aanzien van de Hoge Vucht, dan spijt mij dat. In tweede instantie heb ik ge merkt dat de raad deze zaken wat genuanceerder ziet dan zij in eerste instantie op mij zijn afgekomen. Dat verschillende dingen mij de keel uithangen, is natuurlijk gewoon een menselijke opmerking. Op verzoek van het college en met medewerking van een bepaalde groepering uit de stad is een rapportage over de Hoge Vucht ingebracht. Die rapportage maakt onderwerp van studie uit bij de stedebouwkundige adviesraad en intern. Er wordt hard aan gewerkt» Ik heb er een beetje moeite mee, als daaruit op voorhand conclusies worden getrokken en als naar mijn smaak ongenuanceerde uitspraken worden aangewend om bepaalde zaken dui delijk te stellen. Wij behoeven geen deskundigen te zijn; ik ben het niet, de heer Von Schmid is het evenmin. In deze problematiek mag en moet de emotionaliteit een rol spelen, maar ik vraag begrip voor de situatie van de bewoners die zich wél thuis voelen in die wijk. Ik ben het niet met de heer Von Schmid eens dat het college bij ge brek aan deskundigheid zaken de grond in wil boren. Er moet een objec tieve benadering zijn. Het "grijs"-boek dat mevrouw Paulussen zou willen laten uitbrengen verleidt mij tot de opmerking dat er in grijs nog altijd meer nuances voor komen dan in zwart. Tot de heer America moet ik zeggen dat het advies van de Star niet maandagmorgen is binnengekomen, maar afgelopen woensdagmiddag te omstreeks half vier. Het is geenszins mijn bedoeling geweest de heer Ame rica in de war te brengen. De heer DE RAAFF: Mevrouw Paulussen heeft gevraagd of ik wel weet dat de Star een subcommissie heeft die zich bezighoudt met de bejaarden huisvesting. Dat was mij niet bekend. Ik vind het zeer onaardig van haar, dat zij het doet voorkomen alsof deze commissie een beter advies had kunnen uitbrengen. Wij hebben getracht in de projectgroep bejaardenhuis vesting een aantal kundige ambtenaren bijeen te brengen, die ons goede adviezen zouden kunnen uitbrengen. De opmerking van mevrouw Paulus sen is min of meer een belediging voor de ambtenaren. De heer Von Schmid heeft gezegd dat wij geen bejaarden in de wijk mogen "wegstoppen". Dat is weer zo'n negatieve uitspraak. Wij stoppen nergens bejaarden weg. Wij trachten mogelijkheden té scheppen om de bejaarden een gepaste huisvesting te bieden. Er zijn geen andere oplos singen» De heer America heeft zich afgevraagd of wij impliciet besluiten tot het bouwen van een gemeenschapshuis. Dat is niét het geval. Tussen de directeur van de Stichting Bejaardenwerk en de wethouder bestaat geen verschil van mening,, Ik heb gezegd dat de concentratie van bejaarden nodig is voor het dienstencentrum; de directeur zou gezegd hebben dat het alleen verantwoord is zo'n complex te bouwen, als er een diensten centrum is. Eerlijk gezegd zie ik de door de heer America geconstrueer de tegenstelling tussen die redeneringen niet. Het één èn het ander is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 501