507 17 MEI 1973 Het voorstel is echter in het geheel niet voor interpretaties vatbaar. Er zijn een aantal knoerharde criteria geformuleerd, die onder iéder af- koppelingsvoorstel worden gelegd. Daaraan valt niets te interpreteren, zodat er ook geen enkele sprake is van willekeur. De afrekeningen over 1972 hebben niets te maken met dit afkoppe- lingsvoorstel. De heer VAN OS: Maar het is wel plezierig om het te weten, als je hierover aan het praten bent.' De heer VAN GRAAFEILAND: Het heeft met het aan de orde zijnde voorstel niets van doen. Daarom is er geen reden geweest het voorstel in die zin te wijzigen. Verschillende warmte-elementen zijn voorzien van een bepaald warmtemetertje dat een niet-juiste schaal schijnt te hebben. Het zou betekenen dat in de verdeling van de lasten een kleine verschuiving zou moeten plaatsvinden, hetgeen zou inhouden dat de één wat meer zou moeten betalen en de ander wat minder. Het totale be drag is hetzelfde, omdat gemeten wordt bij de uitgang van het ketel huis. Uit deze problematiek heeft men nog geen uitweg gevonden. Het is hoogst merkwaardig dat dit betrekking heeft op deze 68 woningen. De heer VAN OS: Betekent het ook dat deze mensen dank zij dit verkeerde warmtemetertje al jarenlang te veel hebben betaald? De heer VAN GRAAFEILAND: Ik heb er geen idee van wat de con sequenties daarvan zouden kunnen zijn, maar het lijkt mij dat dit een probleem is waar wij ad hoe uit moeten zien te komen. Dat zal zonder enige twijfel lukken. Ik heb niét gezegd dat de berekeningen die aan dit afkoppelings- voorstel ten grondslag liggen gecontroleerd zijn door de accountant; ik heb gezegd dat de administratie door de accountant wordt gecontroleerd. Het lijkt mij niet juist te concluderen dat een rechtvaardigheids grond zou afwijken van datgene wat in november geformuleerd is. Wij hebben de rechtvaardiging in november voldoende duidelijk gemaakt. Vóór die tijd was het volstrekt onmogelijk dat iemand afgekoppeld werd, al zou hij tien mille hebben willen betalen. De heer VAN OS: Maar het is wel gebeurd.' De heer VAN GRAAFEILAND: Dat is een aardige opmerking, maar de 62 afgekoppelde woningen vormen een zeer specifiek geval, hetgeen in het raadsvoorstel ook zeer nadrukkelijk als zodanig tot uitdrukking is gebracht. De opmerking die ik heb moeten maken over het bedrag van 3,2 miljoen is alleen een gevolg van het feit dat gesuggereerd werd dat de gemeente er nog helemaal niets aan zou hebben gedaan. Men kan zich afvragen of de gemeente wellicht nog meer had moeten doen, maar naar mijn mening heeft de tweede nota daarin voldoende klaarheid geschapen. Via die nota is een duidelijke scheiding aangebracht tussen hetgeen door de gemeente zou worden betaald en datgene wat in den vervolge via de tarieven aan de bewoners zal worden berekend. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierna in stem ming gebracht en met 30 tegen 5 stemmen aanvaard. VOOR hebben gestemd de heer Crul, mevrouw Paulussen, de heren Mans, Jansen, Van Merkom, Van den Wijngaard, Sandberg, Taks, Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 507