18 JANUARI 1973 Het besluit van gedeputeerde staten uit 1971 en de considerans van dit besluit gaan naar onze mening teveel uit van de stelling dat de vesti ging van een tweede nationale luchthaven in West-Brabant moet worden bevorderd. De P„ A„K„ -fractie onderschrijft dit standpunt uitdrukkelijk niet. Wij vinden het daarom noodzakelijk door middel van een voorstel een andere standpuntbepaling aan de raad voor te leggen. Deze stand puntbepaling komt samengevat cp het volgende neer. De landelijke over heid dient naar onze mening in de studie die wordt aangevat over de mo gelijke vestigingsplaatsen de principiële vraag mee te nemen of de aan leg van een tweede luchthaven al dan niet noodzakelijk is. Op provinci aal niveau zal in samenwerking met gemeenten, regio en provinciaal bestuur een studie moeten worden begonnen over alle facetten van een mogelijke vestiging in West-Brabant, Bij deze studie dient zoveel mo gelijk gebruik te worden gemaakt van voorhanden zijnde informatie over deze kwestie. Na het afsluiten van deze studie en de inspraak van de burgerij dient eerst een standpunt over deze kwestie te worden ingenomen. Tenslotte zal voor de gehele procedure een zodanig tijdschema moeten worden opgesteld dat eind 1973 een voorlopig standpunt in deze raad en de provincie kan worden ingenomen. Een motie om de raad zich over dit voorstel te laten uitspreken dienen wij bij dezen in. De heer DEES: In het betoog van de heer Crul zijn mij in eerste instantie drie dingen opgevallen, In de eerste plaats spreekt hij, zoals hij in zijn brief van 29 maart ook al deed, hardnekkig over een besluit van gedeputeerde staten om voorwaardelijk akkoord te gaan met de kan didatuur van West-Brabant, Ik merk op dat dit geen besluit was van ge deputeerde staten, maar van de provinciale staten, waarin ook leden van het P„ A, K, tegenwoordig zijn, In de tweede plaats vind ik het opmerkelijk dat de heer Crul ver klaart dat zijn fractie om gevoelsmatige redenen ertoe neigt de vestiging van een tweede luchthaven in West-Brabant af te wijzen. Ten derde vind ik het iiErkwaardig dat hij de mogelijke kandidatuur van de Markerwaard een beetje aandikt, terwijl zijn geestverwanten elders in het land heftig pleiten tegen inpoldering van de Markerwaard, maar dit terzijde. Bij de discussie over de vestiging van een tweede nationale lucht haven in West-Brabant moeten wij, of wij het willen of niet, twee ge gevens aanvaarden. Ten eerste dat een tweede nationale luchthaven nodig is, zowel vanwege de te verwachten groei van het luchtverkeer, waarover kei harde cijfers bestaan, als vanwege het feit dat uitbreiding van. Schiphol met een vijfde en wellicht een zesde landingsbaan op onoverkomelijke bezwaren van milieuhygiëne en economische aard stuit, In de tweede plaats zal de uiteindelijke beslissing over de vestiging, evenals bij alle andere bestemmingen van nationale aard, worden genomen door rege ring en parlement. Beide gegevens beperken onze mogelijkheden. Het is daarom juist reeds in een vroeg stadium activiteiten te ontplooien, hetzij om een positief besluit te verhinderen, dan wel om dit te bevor deren, Daarvoor moet West-Brabant zich sterk maken. Dat vereist veel studie en veel overleg; dat vereist naar de mening van onze fractie, hoe het besluit ook zal uitvallen, vooral eensgezindheid. Anders komen wij er in de concurrentiestrijd tussen Rotterdam en Amsterdam - daar gaat het in feite om - niet aan te pas. Overigens wil ik er wel op wijzen dat er, een aspect dat in de dis cussie wel eens wordt vergeten, na een eventuele beslissing op landelijk niveau twee wettelijke procedures zijn om bezwaren in te dienen, In de eerste plaats ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening als het gaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 50