519
21 MEI 1973
hebben verleden week donderdag bij de behandeling van het andere pro
ject al tegen elkaar gezegd wat wij zouden doen.
De heer Dees spreekt in zijn motie van de nota bejaardenhuisvesting»
Daarover is verleden week gezegd --ik herhaal dat -- dat deze nota in
september zal verschijnen. Die toezegging is door wethouder De Raaff
gedaan. U hebt verleden week al iets over de procedure gehoord. Hij
stelt zich voor dat de nota in augustus in de commissie zal kunnen wor
den behandeld. Vervolgens is gesteld dat in de maanden juni en augustus
geen voorstellen terzake van de bejaardenhuisvesting de raad zullen be
reiken. Door het feit dat de nota in september zal worden uitgebracht,
zullen verdere voorstellen op de nota bejaardenhuisvesting kunnen wor
den gebaseerd. Dit is eigenlijk een herhaling van hetgeen ik de vorige
week heb gezegd» Dit betekent voor het college dat het met deze uit
leg de motie kan overnemen. Wanneer de heer Dees daarmee kan in
stemmen, lijkt verdere discussie over de motie mij daarmee overbodig
geworden.
De heer VAN DUIJL: De wethouder ontlokt mij toch een opmerking.
Het is natuurlijk formeel juist -- met de nadruk op formeel -- dat alleen
bij een bestemmingsplan de bijzondere bebouwing wordt vastgelegd. De
wethouder heeft daar wel gelijk in, maar ik vind toch dat bepaalde be
bouwingen -- in dit geval bijzondere bebouwing -- geplaatst moeten wor
den tegen de achtergrond van een beleid. Het verheugt mij dan ook dat
wij binnen afzienbare tijd de nota bejaardenhuisvesting zullen ontvangen,
maar het gaat mijns inziens iets te ver te stellen dat de bebouwing wordt
bepaald bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Dat is een wel heel
formele opstelling, vooral als wij bedenken dat er her en der over de stad
bestemmingsplannen bestaan, waardoor het moeilijk is de zaken te over
zien. Om die reden willen wij de bejaardenhuisvesting in de verschillen
de delen van de stad geplaatst zien tegen de achtergrond van die nota.
De heer VAN OS: Dat er binnenkort een nota bejaardenhuisvesting
komt is natuurlijk mooi en aardig, maar als daaruit niet meer gezond
verstand spreekt dan nu blijkt, zullen wij daar niet zo erg veel aan heb
ben. Het moet namelijk voor iedere beschouwer duidelijk zijn dat de
sociologische opbouw van de wijk Mariaveld en directe omgeving al vol
ledig is verstoord door het grote aantal bejaarden dat daar woont.
De wethouder heeft gezegd dat het nu gaat om het hier en daar op
vullen van bestemmingsplannen. Hier is, zoals hij ook heeft gezegddui
delijk sprake van een nieuwe bestemming voor een bestaand stuk grond.
Wanneer wij dus dit voorbereidingsbesluit nemen en het college verstrekt
-- zo mag ik het wel zeggen -- achteloos de bouwvergunning voor deze
verzorgingsflat, dan komt daar weer meer bejaardenhuisvesting, vlak in
de buurt van andere, reeds bestaande bejaardenhuisvesting. Ik ben van
mening dat dit een volkomen ongezonde ontwikkeling is. Ik vraag mij
zelfs af of dit, met de beloofde nota bejaardenhuisvesting in het vooruit
zicht, nog wel goed bestuur kan worden genoemd, want als wij zien hoe
er wordt gehandeld in strijd met de verstandige gang van zaken in zo'n
wijk, geloof ik dat men dat nu, op een moment dat het nog kan, achter
wege zou moeten laten. Als wij dat nu niet doen -- dat vind ik enigszins
inconsequent van de heer Dees en zijn motie, waaruit duidelijk het ver
langen spreekt dat de zaak nader wordt bekeken en dat er op korte ter
mijn geen nieuwe plannen moeten komen voor bejaardenhuisvesting --
moeten wij nu ook de pas inhouden en vaststellen dat de kwestie eerst
nog eens goed moet worden bekeken. Het moet voor iedereen duidelijk
zijn dat dit al een verkeerde stap is.