520
21 MEI 1973
De heer DEES: Mijn betoog was duidelijk bedoeld als een preven
tief schot voor de boeg.
De heer VAN OS: Die lost de V, V, D, zoveel, maar daar hebben
wij zo weinig aan,'
De heer DEES: Wij zeggen op dit moment geen "ja" en geen "nee"
tegen een concreet plan om daar een verzorgingsflat te bouwen. Dat
zal naar onze mening moeten afhangen van een aantal kwantitatieve
en een aantal kwalitatieve gegevens. Ik wil dat met nadruk vaststellen.
Wanneer wij dan toch besluiten voor dit voorstel te stemmen, doen wij
dat in de eerste plaats omdat wij vertrouwen dat het college, met dit
schot voor de boeg, dit plan in relatie zal brengen met een aantal kwan
titatieve en kwalitatieve gegevens over de bejaardenhuisvesting en in
de tweede plaats omdat er bij dit voorbereidingsbesluit een aantal ande
re componenten betrokken is die wij niet willen frustreren. Wanneer wij
in een bepaalde gedragslijn van het college ten aanzien van de bouwver
gunning voor deze verzorgingsflat aanleiding zien daar bezwaar tegen te
maken, zullen wij gebruik maken van het instrumentarium waarover de
raad voor dat doel beschikt.
De heer VAN OS: Achteraf.'
De heer VAN CAULIL: Ter voorkoming van misverstanden wil ik
het volgende opmerken. Wij hebben vertrouwen in de toezegging van het
college dat voor de behandeling van de nota bejaardenhuisvesting niet
zal worden overgegaan tot het doen van voorstellen. Ik kan mij echter
voorstellen dat er mensen zijn die zeggen dat er in de tussentijd dan ook
geen bouwvergunningen moeten worden afgegeven. Dat is echter iets heel
anders. Het college ontleent aan dit besluit de bevoegdheid een bouwver
gunning af te geven, maar nu heb ik begrepen -- en ik heb daar ook ver
trouwen in -- dat het geen bouwvergunning zal afgeven. Wanneer wij de
duidelijke toezegging krijgen dat het college geen gebruik zal maken van
deze bevoegdheid voordat behandeling van de nota bejaardenhuisvesting
heeft plaatsgevonden en wij de gelegenheid hebben gehad daar het onze
over te zeggen, heb ik daar volledig vertrouwen in. Ik zou dit echter
graag duidelijk zien vastgesteld.
De heer VAN OS: Ik vraag mij af of die illusie wel juist is.'
De heer CRUL: Namens onze fractie wil ik de woorden van de heer
Dees en de heer Van Caulil onderstrepen dat het duidelijk is dat er, hoe
wel de bevoegdheid van het college de mogelijkheid daartoe openlaat,
geen bouwvergunning zal worden afgegeven. Ik geloof ook dat wij de
motie van de V. V.D. in die zin moeten zien en aangezien het college
de motie heeft overgenomen zal daarover wel geen twijfel bestaan.
Wat het algemene probleem betreft heeft de wethouder een toetsings
mogelijkheid aangegeven. In feite is die ook door de heer Dees aan de
orde gesteld door te stellen dat die toetsing moet plaatsvinden bij het
aanbieden van een bestemmingsplan. Dat is natuurlijk juist, maar wij
hoeven alleen maar naar de kwestie van Geeren-Noord te kijken om te
weten dat er bij de behandeling van het voorstel verleden week donder
dag in feite al belangrijke bedragen zijn uitgegeven die in zekere zin
ook een rol spelen bij de besluitvorming. Dat tijdstip is dus te laat. In
de fractie van het P. A. K. is dan ook al meermalen gesteld dat er over
dit probleem eigenlijk eens een goede discussie zou moeten worden ge-