527
23 MEI 1973
zodanige situatie dat er zowel voor de Bredase burger als voor de regio
een goede weg wordt gevonden. Voordat een en ander in het regionaal
contactorgaan kan worden besproken, lijkt het mij verstandig dat de
gemeente Breda zelf een standpunt bepaalt. Beide elementen zijn in een
netwerkje opgenomen en een probleemstellende nota met betrekking tot
de huisvuilverwerking in de toekomst is bereids opgesteld. Intern wordt
over deze nota van gedachten gewisseld, omdat deze zaak niet alleen
tot de discipline van het vervoerbedrijf behoort, maar die multidiscipli
nair moet worden aangepakt omdat daar milieuaspecten aan zitten, als
mede planologische aspecten. Pas nadat de gemeente Breda haar stand
punt heeft bepaald, lijkt het mij gewenst dat er in regionaal verband
contacten worden gelegd. Ik meen dat ik hiermee tevens heb geantwoord
op de opmerking van de heer Van Os.
De VOORZITTER: Ik wil daar nog even een aanvulling op geven met
betrekking tot de regionale en gewestelijke behandeling van deze kwes
tie. De vuilverwerking in West-Brabant is neergelegd in een rapport van
de Stichting overleg- en informatiecentrum West-Brabant, de békende
oude W. E. B.zoals men weet, In de regio Breda zelf is het onderwerp
ook min of meer regelmatig aan de orde, mede in relatie tot de zoge
naamde Vuilbank. Ik hoop en vertrouw dat de initiatieven die door de
heer Van Graafeiland zijn genoemd gelijk op zullen lopen, opdat wij
van elkaar weten wat wij doen. Nogmaals, het staat regelmatig op de
agenda van de regio, vanmorgen nog bij de besprekingen die zijn ge
voerd met het Land van Heusden en Altena.
De heer CRUL: Ik geloof niet dat de wethouder serieus heeft bedoeld
dat ik buiten de orde was. Waar het om gaat is namelijk dat de voorgan
ger van de heer Van Graafeiland, de heer Melzer -- ook van de V. V. D.
--, niet op de principiële kant van de zaak is ingegaan. Ik "ben van me
ning dat wij een goed contract hebben, dat ons kosteloos verzekert van
een goede vuilverwerking, met daarbij nog de hinderwetvergunning. Daar
wordt niet op ingegaan. Er wordt gewoon steeds gezegd; het lijkt ons rede
lijk dat wij ervoor betalen. Als wij dat altijd doen met zulke contracten
zullen wij helemaal niets overhouden en wij hebben al niet veel. Dat is
waar het ons om gaat. Als wij een goed contract hebben, moeten wij ons
daaraan houden als dat naar de kant van Breda gunstig uitvalt.
De mededeling van de voorzitter dat deze kwestie regelmatig in re
gionaal verband aan de orde komt zal ik in de verdere beschouwing in de
fractie ter sprake brengen. Over de vuilbank is ook gesproken in de ver
gadering van 1971, maar toch heeft het er de schijn van dat er weinig
voortgang wordt gemaakt. De vraag is nu of wij met die geringe voort
gang niet in een zodanige positie komen te verkeren dat er een hiaat zal
ontstaan tussen het contract met betrekking tot de vuilverwerking in Ba-
vel en de definitieve oplossing op langere termijn voor de regio, voor
Brabant of welke combinatie dan ook.
De VOORZITTER: Als u buiten de orde zoudt zijn is het nog altijd de
taak van de voorzitter u daar opmerkzaam op te maken. Ik meen dat het
voorstel hiermee genoegzaam is behandeld en dat wij kunnen overgaan
tot stemming.
De heer CRUL: Er hoeft wat mij betreft niet te worden gestemd, als u
wilt aantekenen dat mevrouw Willems en ik tegen dit voorstel zijn.
De VOORZITTER: De belangstelling daarvoor is zelfs nog groter.