21 MEI 1973
528
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat me
vrouw Willems-van Doorn, mevrouw Van Nes-Brands en de heren Crul en
Van Os geacht willen worden daar tegen te hebben gestemd.
29. bijlage nr. 179
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN KREDIETEN TEN BEHOEVE VAN HET
ENERGIE- EN WATERBEDRIJF IN VERBAND MET RECONSTRUCTIE
WERKZAAMHEDEN AAN DE ZOUTSTRAAT EN VAN BERGENSTRAAT.
30. bijlage nr. 180
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET GA
RANDEREN VAN RENTE EN AFLOSSING VAN HYPOTHECAIRE LENIN
GEN OP BASIS VAN DE GEWIJZIGDE "WET BEZITSVORMINGSFONDS"
31. bijlage nr. 181
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN VOORBEREIDINGSKREDIET AD
10. 000, -- VOOR HET BESTEKSKLAARMAKEN VAN EEN VERBOU
WINGSPLAN VAN DE SCHOOL LUNETSTRAAT 2 TEN BEHOEVE VAN
UITBREIDING VAN KANTOORRUIMTE VOOR HET GEMEENTELIJK
VERVOERBEDRIJF.
32. bijlage nr. 182
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOEKEN
NING VAN GELDELIJKE STEUN INGEVOLGE DE WONINGWET AAN
DER.K. WONINGBOUWVERENIGING "ST. LAURENTIUS" ALHIER,
TEN BEHOEVE VAN EEN COMPLEX VAN 95 EENGEZINSWONINGEN
IN HET BESTEMMINGSPLAN "HEILAAR 1971", ALSMEDE TOT HET
AANVRAGEN VAN GELIJKE STEUN UIT 'S RIJKS KAS.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achter
eenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethou
ders besloten.
33. bijlage nr. 183
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM HET KRE
DIET VOOR HET PROJECT RIOOLWATERAFVOERLEIDING VAN BRE
DA NAAR HET HOLLANDSCH DIEP ALSNOG TE VERHOGEN MET
HET IN DE RAADSVERGADERING VAN 16 APRIL 1973 GESCHRAP
TE BEDRAG VAN 100. 000, -- VOOR AANLEG GROENVOORZIENING.
De heer VAN BANNING: U zult begrijpen dat ik met verwondering
heb kennisgenomen van dit voorstel, hoewel ik moet erkennen dat de
wethouder bij de behandeling de mogelijkheid hierop terug te komen dui
delijk heeft opengelaten. Ik heb getracht de tekst die in het voorstel is
opgenomen goed te verwerken en in relatie te brengen tot het probleem
dat ik de vorige keer aan de orde heb gesteld, namelijk 100. 000, --
voor de groenvoorziening. Ik ben van mening dat in het voorstel veel
wordt aangedragen dat met het onderwerp zelf niet zoveel te maken heeft
en daar heb ik dan ook wel enige problemen mee. Ik vraag mij af of de
vierde alinea inzake de onderhandse aanbesteding van het werk, waarvoor
ook de goedkeuring is verkregen van de hoofdingenieur-directeur, iets te
maken heeft met die groenvoorziening, althans met de uitvoering daarvan,
zonder aanwezigheid van een krediet. Het mag dan juist zijn dat het niet