21 MEI 1973
532
de geprojecteerd tegen de achtergrond van de financiële toestand van de
gemeente, moet ik zeggen dat ik dit soort voorzieningen in dit stadium
en voor dit project zeker zou willen tegenhouden. Ik kan de argumenten
van de wethouder, hoe knap ik die overigens ook vind, dan ook niet on
derschrijven.
De heer VAN OS: Het verbaast mij niet dat de wethouder het wel ple
zierig zou vinden de raad eenmaal per jaar bijeen te roepen, maar ik
moet daar wel aan toevoegen dat ik het iets anders heb gezegd, namelijk:
eenmaal per jaar bijeenroepen om te horen wat het college nu allemaal
weer heeft uitgegeven.
Wethouder VAN DUN: Ik stel vast dat de argumenten van het colle
ge en die van de heer Van Banning niet diametraal tegenover elkaar staan.
De heer Van Banning geeft er echter een andere interpretatie aan. Hij
zegt dat er ofwel sprake is van een ernstige kredietoverschrijding, ofwel
dat wordt goedgepraat wat is scheefgegaan. Ik moet beide ontkennen,
maar dan baseer ik mij weer op de voorstelling van zaken zoals die in
cijfers in de bijlagen bij de raadsstukken is gegeven. Ik meen dat dat een
saaie vertoning zou worden. Naar mijn mening vindt de hele discussie tus
sen de heer Van Banning en het college zijn oorzaak in een foutieve redac
tie van het raadsvoorstel van april. Als daarin duidelijk had gestaan dat
de 100. 000, -- voor de beplantingen zijn uitgegeven in het kader van
wat in het verleden is gebeurd, zou het waarschijnlijk duidelijker zijn ge
weest voor de heer Van Banning. Wat die onduidelijkheid betreft geloof
ik dan ook wel dat het college iets kan worden verweten. Het lijkt mij
echter niet zinvol de cijferreeks nog eens te herhalen. Ik blijf erbij dat
het geen goedpraten is van iets dat zou zijn scheefgegaan, maar een voor
stelling van zaken zoals die feitelijk is geweest en die niet is gebaseerd
op een ernstige kredietoverschrijding.
De heer VAN BANNING: Ik verlang geen stemming over dit voorstel,
maar ik heb zoveel bezwaren tegen dit voorstel dat ik daaraan toch niet
mijn goedkeuring kan hechten. Daarmee wil ik manifesteren dat ik de
gevolgde gang van zaken niet juist vind.
De heer AMERICA: Ik wil mij daar graag bij aansluiten.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de
heren Van Banning en America geacht willen worden daar tegen te heb
ben gestemd.
34. bijlage nr. 184
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE RECONSTRUC
TIE VAN DE BELCRUMWEG EN DE OMGEVING VAN DE TRAM-
EN GASBRUG.
De VOORZITTER: Wethouder Van Dun zal vooraf nog een toelichting
op dit voorstel geven.
Wethouder VAN DUN: Om een stuk discussie over dit voorstel te voor
komen, meen ik er goed aan te doen een bepaald besluit van het college
aan de raad voor te leggen.
De reconstructie van de Belcrumweg en van de omgeving van de Tram-