21 MEI 1973 534 is echter duidelijk dat wij juist op kruispunten nogal eens worden ge confronteerd met een aanzienlijke milieuvervuiling door stilstaande auto's, die mensen die te voet en per fiets zo'n kruispunt passeren lang zaam maar zeker vergiftigen. Tegen deze achtergrond kan ik dan ook wel een voorstander zijn van een dergelijk groot aantal rijbanen, om de eenvoudige reden dat hierdoor een veel vlottere doorstroming van het verkeer wordt bereikt, waardoor een aanzienlijke vermindering van de luchtvervuiling kan worden gerealiseerd. De hier voorgestelde reconstructie is verdeeld over de jaren 1973 t/m 1976. Voor 1973 vinden wij in het plan o. m. de reconstructie van de Belcrumweg, straatverlichting, tunnelbak en de zuidelijke helft Tram- brug, kabels en leidingen, enz. Tegen de achtergrond van de moeilij ke budgettaire positie van de gemeente zou het natuurlijk wel eens zeer lang kunnen duren voordat het totale plan gedeputeerde staten is gepas seerd. Ik zou u daarom willen voorstellen de gedeeltelijke reconstruc tie van de Belcrumweg met de tunnelbak uit het totaalbudget te lichten, omdat dit in ieder geval geen uitstel kan lijden. Wij vragen de garantie van het college dat dit deel dit jaar wordt uitgevoerd, althans voor het grootste deel, zodat de bewoners van de Belcrumweg niet langer worden gehinderd door de trage doorstroming van het verkeer aldaar, maar er een vlotte afwikkeling van het verkeer kan plaatsvinden. Het lijkt ons van het grootste belang dat deze onderdoorgang dit jaar wordt gereali seerd. Als dit een belemmering mocht vormen voor het totaalplan, ver zoeken wij u met klem dit deel uit het totaal te lichten om een nog lan gere afsluiting van deze onderdoorgang, die naar onze mening volkomen ontoelaatbaar is omdat het al veel te lang heeft geduurd -- maar wij we ten hoe dat komt --, te voorkomen. Uit mijn betoog mag worden afge leid dat wij derhalve voorstander zijn van plan B. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik acht het mijn taak wat meer tijd van de raad te vragen, want dit is een belangrijk voorstel. Het gaat na melijk om de reconstructie van een vitaal punt in de binnenstad, d.w. z. aan de rand van de binnenstad. Iedere verandering die wij daar realise ren, grijpt in in het stadsbeeld. In feite zou het plan voor ons alleen aanvaardbaar kunnen zijn als wij een idee hadden van de binnenstad zo als die ons voor ogen staat. Dat beeld hebben wij helaas nog niet; nog steeds niet, zou ik bijna zeggen, ondanks alle goede pogingen van het college om ons in te lichten over de vorderingen van het binnenstads plan. Zonder die achtergrond van een afgerond binnenstadsplan is na melijk ieder plan voor een deeloplossing een poging, met de reeie ge varen van een miskleun. Dat wij zo'n deelplan nu toch denken te kun nen beoordelen, is eigenlijk fout. Wij hebben overigens een voor ons doen uitvoerige informatie van u ontvangen, samengevat in een geel boek. Helaas is dat gele boek een verkeerstechnisch boek, waarin de ritprodukties die Breda te verwerken zal krijgen tot en met 1990 uitvoerig uit de doeken worden gedaan. Er wordt gesproken over de noodzakelijke bereikbaarheid van de binnen stad, er wordt aangenomen dat de verkeersintensiteit binnen de singels tijdens het avondspitsuur zal verdubbelen. Daarmee wordt de autonome groei van het verkeer onderstreept, d.w. z.er wordt aangenomen dat wij die verdubbeling zullen toestaan en dat wij zullen doen wat wij kun nen om die groei op te vangen en te verwerken. Dat wij als fractie het met die zienswijze niet eens zijn, hebben wij al herhaalde malen in de ze raad betoogd. Wij blijven van mening dat wij de verkeerstoename niet klakkeloos mogen accepteren en ad hoe een kruispunt daaraan aan passen. Verkeerstechnisch gezien plaatst u het kruispunt wel in een gro-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 534