21 MEI 1973 536 gunstiger zijn, het stadsbeeld dat al niet fraai is, zal er mede door de lelijke bebouwing op het K. M. A. -terrein nog aanzienlijk verder op achteruitgaan. Ik hoop dat iedereen goed beseft dat wij daar een zeer lelijk punt in de stad creëren. Tenslotte wil ik nog iets zeggen over de financiële aspecten van deze zaak. U stelt dat de in het rapport vermelde kostenramingen niet juist zijn, omdat die zijn gebaseerd op voorlopige schattingen. Ik vraag mij dan af waarom die kostenramingen dan toch zijn opgenomen in het voorstel en verder uitgewerkt, door ze te corrigeren met trendmatige stijgingen van lonen en prijzen. Daaruit komt dan een aanpassing van het investeringsplan voort en een dekking die gedeeltelijk wordt verhaald op andere posten in het investeringsplan. Het komt ons onjuist voor dat u ons een voorstel doet een krediet te verlenen en tot wijziging van de begroting, wanneer dat is gebaseerd op onjuiste kostenramingen. Dat is voor ons moeilijk te accepteren. Samenvattend achten wij de reconstructie te groot opgezet om aan vaardbaar te zijn. Wij achten het, gezien de onzekerheid met betrek king tot verdere plannen, onverstandig grote ingrepen te doen in de bin nenstad die stedeDouwkundig slecht uitpakken en later onaanvaardbaar zouden kunnen blijken te zijn. Wat dat betreft missen wij dus de totaal visie op de binnenstad. Wij achten het nog meer onjuist ons op grond van een onvolledige kostenraming een uitgewerkte begrotingswijziging voor te leggen. Wel zijn wij van mening dat -- daarin kunnen wij het betoog van de heer Van Duijl wel volgen -- de op handen zijnde openstelling van de tunnel in de Belcrumweg meebrengt dat er binnenkort iets aan de situatie aldaar zal moeten worden verbeterd. Voorlopig zou bijvoor beeld kunnen worden volstaan met alleen de reconstructie in de buurt van de Trambrug, met in een later stadium de aanpassing van de Gas- brug en de Belcrumweg. Gezien de financiële onzekerheid en de onmo gelijkheid de prioriteit van het plan te beoordelen --de wethouder heeft daar overigens al een toelichting op gegeven --is het zeer moeilijk met het totale voorstel akkoord te gaan. Het totaal van onze bezwaren heb ben wij samengevat in een motie. Ik vind het echter een beetje moei lijk in eerste instantie al een motie aan te bieden, omdat ik eerst de repliek van de wethouder wil afwachten. Niettemin bied ik u deze mo tie aan. Mocht het antwoord van de wethouder voor ons aanleiding zijn de motie in te trekken, dan zullen wij daar in tweede instantie op te rugkomen. De heer SPANJER: Het behoeft naar ik meen geen betoog dat wan neer de werkzaamheden aan de tunnel in de Belcrumweg klaar zijn, die tunnel ook inderdaad zal worden opengesteld. Wij kunnen dan een ver keersstroom verwachten uit noordelijke richting --om het maar even over het binnenkomende verkeer te hebben -- die ons zeker zal noodza ken op dit kruispunt direct al verkeerslichten te plaatsen. Het zou dan ook prettig zijn als wij reeds bij de opening van de Belcrumweg dit he le plan gereed zouden hebben. Dat zal echter niet het geval zijn en dat is een feit waarmee wij rekening hebben te houden. Ik geloof echter dat wij, gezien het feit dat het toch nog wel enkele jaren zal duren voor dat het geheel gerealiseerd is, in het licht van dit plan rustig mogen stellen dat er vanwege die verkeerslichten voldoende opstelmogelijkheid zal moeten zijn op de brug om het in- en uitweven van de verkeersstro men mogelijk te maken. In een vroeger stadium zijn er al eens voorlopige plannen geweest voor de wijze waarop verbetering van dit punt zou kunnen plaatsvinden. Dat was hetgeen nu is gesteld in het alternatief C. Het doet mij echter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 536