537 21 MEI 1973 genoegen dat nu B gekozen wordt en C afgewezen, omdat C esthetisch niet aantrekkelijk is. Dit brengt namelijk een grote verandering mee ten opzichte van het huidige verloop van de weg en de bomen zouden moeten verdwijnen. Weliswaar tijdelijk, maar wij weten uit ervaring dat het vele jaren duurt voordat alles weer begroeid is. Bovendien is het uit verkeerstechnisch oogpunt ongewenst dat de verkeersstroom au tomatisch de binnenstad wordt binnengeleid, dat is iets dat wij nu juist niet moeten hebben. Het plan B heeft nog een ander voordeel en wel dat er een overzich telijk recht stuk weg komt tussen de beide kruispunten, hetgeen het mo gelijk maakt ook voor het langzame verkeer tot een normale afwikke ling te komen, zonder gekunstelde constructies zoals voorzien in plan A, Verder moeten wij het plan zien in het geheel van de verkeersplan ning. De Belcrumtunnel wordt onze vijfde ongelijkvloerse kruising met de spoorlijn. Om weer langs een normale route goede bereikbaarheid te verkrijgen, is het gewenst dat de Belcrumweg zo spoedig mogelijk open gaat. Een goede verkeersverdeling zal ongetwijfeld bijdragen tot ontlasting van de volgende overgangen, met name wat betreft de gelei ding naar het centrum of de singels, waarmee ik doel op de Mauritsstraat en de Teteringenstraat. Vervolgens de doortrekking Belcrumweg-Konijnenberg. Ik meen dat deze doortrekking erg logisch is. Beide wegen lopen vrijwel in eikaars verlengde en wij zouden dan ook de kruising Van Rijckevorsselstraat- Mr. Kanstraat-Speelhuislaan kwijt zijn. Wij hebben immers niet veel aan deze kruising, omdat de Van Rijckevorsselstraat uitmondt op de Ka- dijk. Ik geloof dat wij vertrouwen kunnen hebben in een juiste opzet van het geheel, mede door een bijdrage van het rijk. Het rijk verstrekt deze bijdrage immers uit het fonds verbetering verkeerswegen in en om de steden. Er was -- en is misschien nog --in mijn fractie enige twijfel om trent de noodzaak van een directe doortrekking van de Konijnenberg, Daarom is gedacht aan een fasering in het plan. Persoonlijk voel ik hier niet veel voor, tenzij deze fasering om financiële redenen in het plan zou worden aangebracht. De inpassing van de lasten in het budget moet immers nog plaatsvinden door middel van de prioriteitstelling. In het voorstel wordt ook nog even gesproken over de Haagse Beem den, Men kan zich afvragen of wij, wanneer de Haagse Beemden nu eens niet met woningen zouden worden bebouwd, deze wegconstructie wel no dig zouden hebben. Ik geloof echter dat wij ons in dit geval moeten richten op hetgeen het waarschijnlijkst is, namelijk dat de Haagse Beem den niet direct in een hoog tempo zullen worden volgebouwd, maar dat dit geleidelijk of slechts voor een deel zal gebeuren. Dit roept het ge vaar op dat in die wijk niet direct alle voorzieningen aanwezig zullen zijn, zodat er, zeker in het begin, veel verkeer zal zijn van deze wijk naar de binnenstad. Bovendien kunnen wij lering trekken uit de vaak langzame totstandkoming van een goed winkelcentrum in een nieuwe wijk en daarom zouden wij, mits het financieel te realiseren is, willen adviseren dit plan zo snel mogelijk uit te voeren; het zal toch nog lang genoeg duren. Ik wil nog een vraag stellen naar aanleiding van de opmerking van de wethouder dat wij nog eens zullen praten over de budgettaire conse quenties. Is het dan de bedoeling de technische uitvoering van dit plan nog eens ter discussie te stellen? De heer VON SCHMID: Ik geloof dat wij ons moeten aansluiten bij die mensen die stellen dat het voorstel goed in elkaar zit. Ook ik meen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 537