538
21 MEI 1973.
dat het feit dat er varianten zijn een winstpunt betekent. Ik ben het ech
ter ook eens met degenen die zeggen dat het in de eerste plaats, hoewel
knap, een verkeerstechnisch stuk is. Op zichzelf is dat natuurlijk niet zo'n
bezwaar, per slot van rekening gaat het over een verkeerstechnisch pro
bleem. Alleen zijn er natuurlijk -- mevrouw Van Nes heeft daar terecht
op gewezen -- relaties met de plannen die wij voor Breda hebben en dan
in het bijzonder met het binnenstadsplan.
In de eerste plaats zou ik willen zeggen dat ik, sinds ik dit zeer door
wrochte rapport heb gelezen, met veel meer plezier door Breda rijd. Men
weet nu namelijk precies waar men zit: op een gegeven moment rijdt men
op een tangent of nadert men iets dat een tangent gaat worden. Dan merkt
men plotseling dat men op een radiaal zit naar het singel- of stadscircuit,
hetgeen het rijden door de stad Breda tot een genoegen maakt. Wat dat
betreft vond ik het dus zeer verhelderend en het komt mij voor dat een
ieder die dit heeft bestudeerd voortaan een beter inzicht zal hebben in de
hele denkwijze omtrent het verkeer in en om deze stad.
Nu is het natuurlijk de bedoeling het doorgaande verkeer zoveel mo
gelijk uit de binnenstad te weren. Ik geloof dat wij deze studie dan ook
vanuit dit standpunt moeten bekijken. Alvorens nu iets over het plan zelf
te zeggen, zou ik eerst nog enkele vragen willen stellen. Mevrouw Van
Nes heeft er zojuist al op gewezen dat de tangenten een verkeerstechni
sche opvatting vormen die, als men het zo bekijkt, heel logisch in el
kaar zit, al betekent het natuurlijk wel een offer voor de wijken waar der
gelijke tangenten worden gerealiseerd. Dergelijke wegaanpassingen kunnen
voor de woonwijken van Breda namelijk kwalijke gevolgen hebben. De
Tuinzichtlaan is daar een duidelijk voorbeeld van, want die zou dan moe
ten worden doorgetrokken en daardoor een veel drukker bereden weg wor
den. Dat zijn consequenties die men natuurlijk niet alleen maar verkeers
technisch mag bekijken. Dat is steeds het punt waar wij hier mee zitten
en daarom ben ik ook begonnen met te zeggen dat het verkeerstechnisch
wel een prettig gevoel geeft, maar dat het, als een en ander wordt uit
gevoerd, bepaalde offers kost op het gebied van het stadsschoon en de
woonvreugde.
Uiteraard betreur ik ook het feit dat er geen relatie is gelegd met het
binnenstadsplan. Men zou namelijk kunnen stellen dat men pas met een
afgerond verkeersplan kan komen, wanneer men ook weet hoe het in de
binnenstad gaat met de Grote Markt, met problemen als het verkeer dat
nu door de Catharinastraat gaat en dan via het Kasteelplein en de Haver
markt naar de Grote Markt en weer terug, enz. Dat zijn allemaal pro
blemen die nog helemaal niet zijn opgelost en die nog een ander inzicht
tot gevolg zouden kunnen hebben in de roulatie van het verkeer in de
binnenstad. Wij zijn daar nog steeds niet uit, zoals iedereen in deze raad
en het college weet.
Aan de andere kant kan men natuurlijk ook stellen dat wij, als wij
altijd moeten wachten tot wij alles helemaal afgerond weten -- dat is het
oude probleem --, ook nooit verder komen. Het blijft te betreuren, maar
ik zie op dit moment ook niet hoe wij daarmee een relatie zouden moe
ten leggen, want wij kennen die relatie nog niet.
Wat de Kennedybrug betreft heb ik indertijd tegen gestemd, ondanks
het feit dat er zowel nadelen als verkeerstechnisch in een bepaald opzicht
voordelen in zitten. Ik ben het namelijk helemaal eens met degenen die
stellen dat, als men de singelroute wil bevorderen, de Kennedybrug al
leen maar storend zal werken. Bovendien zie ik er ook een verzwaring in
voor het stadscircuit, zoals dat heet, terwijl wij dat juist willen ontlas
ten. Er zullen namelijk veel mensen zijn die juist de Kennedybrugroute
zullen volgen om vanuit het stadscircuit weer op de singelroute te komen.