539
21 MEI 1973
Als het goed gaat kan dat namelijk een heel snelle verbinding zijn. Ik
veronderstel dat de wethouder daar nog wel het een en ander over kan
zeggen.
Met betrekking tot de prognoses voor de Belcrumweg staat in het
rapport dat die zijn gemaakt in 1969. Sindsdien zijn ook andere door
gangen vanaf Breda-Noord in gebruik genomen en de vraag is dan ook
of de prognoses die toen zijn opgesteld wel helemaal zullen uitkomen.
Dergelijke zaken zijn tevoren heel moeilijk te beoordelen. Brengt men
dit in relatie tot de vraag die de heer Spanjer zojuist heeft gesteld over
de bebouwing van de Haagse Beemden, dan ontstaat er natuurlijk een
totaal ander beeld van de stromen auto's over de Belcrumweg.
Wat nu het voorstel zelf betreft ben ik ook van mening dat de Bel
crumweg in ieder geval open moet, zelfs al komen de Haagse Beemden
er niet. Die weg hoort gewoon open te zijn, omdat dit immers een ver
keersweg is die een belangrijk deel van Breda-Noord direct met de stad
en met wegen buiten de stad verbindt. Daarvan uitgaande vind ik plan
B dan ook een goed plan, want als de Belcrumweg opengaat wordt de
verbinding tussen de Tramsingel en de Academiesingel ook urgent. Wel
iswaar moet daar dan enig stadsschoon aan worden opgeofferd, maar ik
meen dat dit offer zeer beperkt zal zijn. Ik ben het er ook niet mee
eens dat de huizen bij de Etna zodanig zijn dat zij niet opgeofferd zou
den mogen worden. Als deze verbinding niet tot stand komt, zal het
verkeer dat van de Belcrumweg komt namelijk geneigd zijn naar het
stadscircuit te gaan. Pas als die rechte singelweg er is, bestaat er een
grotere kans -- dat is de hele opzet van het plan -- dat de mensen die
niets in de stad te maken hebben inderdaad de singelroute zullen vol
gen. Ik ben het daarom met de heer Van Duijl eens dat, wanneer wij
de urgentie van het openstellen van de Belcrumweg vooropstellen, de
tweede urgentie is dat dan ook de verkeerstechnische verbetering van
de Trambrug moet worden uitgevoerd, zodat de twee singels met el
kaar worden verbonden. Doet men dat niet, dan ontstaat een ongunsti
ge situatie die in strijd is met wat wij in Breda al een hele tijd probe
ren te doen met het verkeer, ondanks alle vraagtekens die wij daarbij
kunnen zetten. Er zal echter altijd met bepaalde gegevens moeten wor
den gewerkt en voorzover met dat heeft gedaan is dat, althans uit ver
keerstechnisch oogpunt, met een grote mate van deskundigheid gedaan.
Het zal u derhalve duidelijk zijn dat ik de variant B gaarne zal steunen.
De heer VAN MERKOM: Wij danken het college voor de uitgebrei
de begeleiding van dit voorstel. Het rapport van september hebben wij
redelijk op tijd ontvangen, zullen wij maar zeggen. Het opmerkelijke
aan de verkeersoplossing die hier wordt voorgesteld is dat er van een an
dere verkeersvisie is uitgegaan, zoals ook al door andere sprekers naar
voren is gebracht. Was het uitgangspunt aanvankelijk dat men met de
auto zo snel mogelijk naar het centrum moest kunnen komen, tegen
woordig probeert men zoveel mogelijk de auto uit het centrum te mij
den. Dat geldt zowel voor het verkeer naar de binnenstad als voor het
interlokale verkeer, dat op dit moment nog steeds door de stad gaat.
De twee tangenten die wij op dit ogenblik hebben, de noordelijke rond
weg en de Franklin Rooseveltlaan, worden naar mijn mening niet zozeer
belast door het stadsverkeer als wel door het interlokale verkeer. Wan
neer dat verkeer uit de stad is verbannen, mogen wij aannemen dat de
twee tangenten wel weer iets rustiger zullen worden. Het blijkt dat de
noord-zuid-tangent, ook al is die nog niet geheel gereed, minder druk
is dan de twee oost-west-verbindingen. Daaruit valt af te leiden dat de
ze twee tangenten heel wat interlokaal verkeer in de stad brengen. Wij