554
21 MEI 1973
43. bijlage nr. 193
MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
DE BEËINDIGING VAN HET PLAATSVERVANGEND LIDMAAT
SCHAP VAN DE JEUGDADVIESRAAD.
Van de agenda afgevoerd zijnde maakt dit punt geen onder
deel van de beraadslaging uit.
44. bijlage nr. 194
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIK BAARS TELLEN VAN EEN KREDIET VOOR EEN ONDER
ZOEK M. B. T. DE ONTWIKKELINGSFUNCTIE.
De heer AMERICA: Ik ben blij dat ik eens kan zeggen dat ik
erg blij ben. Zoals bekend heeft de K. V. P.-fractie hier regelmatig
vragen over gesteld. Wij hebben zelfs een motie ingediend om met
de ideeën en de realisering van deze ontwikkelingsfunctie een stap
verder te komen. Ofschoon het iets langer heeft geduurd dan wij
bij de begrotingsbehandeling hebben gevraagd, ligt nu een gedegen
werkstuk voor ons. Met name de toelichting van het Provinciaal
Opbouworgaan, dat bereid is op zeer korte termijn de werkzaam
heden aan te vangen op een bijzonder deskundige wijze, die hele
maal overeenstemt met de ideeën die daarover in de afdeling be
stonden, stemt ons tot vreugde. Ik wil dan ook volstaan met onze
dank uit te spreken voor het feit dat wij zover zijn. Ik hoop dat
dit stuk en de procedure die is uitgezet in brede kring bekend zul
len worden en dat er weinig emotionele weerstanden zullen bestaan
om aan dit onderzoek mee te werken, opdat wij, juist door het
onderling overleg dat uit het voorstel naar voren komt, snel komen
tot niet alleen mooie plannen, maar ook tot de uitvoering daarvan,
waarmee een positieve bijdrage kan worden geleverd aan het wel
zijnswerk. Tenslotte hoop ik dat wij samen op deze weg verder
kunnen gaan om heel snel iets voor de stad te doen.
De heer KOERTSHUIS: Ook ik ben erg verheugd dat einde
lijk het tijdstip is aangebroken dat daadwerkelijk zal worden ge
tracht de chaos op te heffen die in Breda heerst op het gebied
van de maatschappelijke dienstverlening. Met betrekking tot de
bijgevoegde brief van het Provinciaal Opbouworgaan wil ik slechts
opmerken dat wij het college verzoeken erop toe te zien dat het
door het Provinciaal Opbouworgaan voorgestelde tijdschema ook wordt
gehandhaafd.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil niet anders doen dan mijn
instemming betuigen met hetgeen de heer America heeft gezegd en
met wat hij met zijn motie indertijd heeft bereikt.
Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Onze fractie hoopt van harte
dat het onderzoek met betrekking tot de ontwikkelingsfunctie een
oed resultaat zal opleveren. Wij hopen -- dat blijven wij doen --
at er eindelijk eens een duidelijk inzicht zal ontstaan in de werk
zaamheden van vele, vaak zwaar gesubsidieerde instellingen, veel
al met dezelfde doeleinden, waarbij de resultaten vaak onduidelijk
overkomen, om het maar zachtjes te zeggen. Het zal u duidelijk
zijn dat onze fractie achter dit voorstel staat, temeer daar wij al
verscheidene malen om een dergelijk onderzoek hebben gevraagd.