21 MEI 1973
558
eventuele vestiging staat in geen enkele relatie tot enig winkelcentrum
en zal dientengevolge ordeverstorend werken. De taak van de overheid
is het ervoor te zorgen dat nieuwe winkelcentra levensvatbaar zijn.
Voorts dient de overheid te voorkomen dat vestigingen, die niet in re
latie tot winkelcentra staan, ordeverstorende invloeden tot gevolg heb
ben. Mocht uit onderzoekingen blijken dat in het Brabantpark behoefte
bestaat aan een dergelijke vestiging, dan verzoek ik het college na te
gaan of een dergelijk bedrijf kan worden ingepast in het bestaande win
kelcentrum. Het Brabantplein biedt nog verschillende mogelijkheden
tot vergroting van het winkelareaal.
Tenslotte wil ik uw aandacht vragen voor de verkeerssituatie op de
Ettense Baan-Liesboslaan bij de afslag Prinsenhil. Volgens de gegevens
van de verkeerspolitie van Breda hebben zich daar in 1972 71 aanrijdin
gen voorgedaan, die al dan niet van ernstige aard waren. In de eerste
drie maanden van 1973 vonden er 16 aanrijdingen plaats. Daarbij vie
len vijf zwaargewonden. Ruim een week geleden gebeurde daar een
ongeluk met dodelijke afloop. Daarbij werden bovendien drie personen
zwaar gewond; van hen is er helaas één aan zijn verwondingen bezwe
ken. Bij informatie bij Rijkswaterstaat, die een gedeelte van deze weg
beheert, bleek dat men studeert op de mogelijkheid bij de afslag Prin
senhil verkeerslichten te plaatsen. Ik wil uw college verzoeken er bij
Rijkswaterstaat op aan te dringen dat deze verkeerslichten zo spoedig
mogelijk worden geplaatst. Tevens wil ik verzoeken voor de kruising
van de Ettense Baan met de Liesboslaan afdoende maatregelen te tref
fen om de veiligheid van de automobilisten en de bewoners van dit
weggedeelte te verzekeren.
De heer BROOIMANS: Als de informaties in het dagblad De Stem
van zaterdag 19 mei j.l. juist zijn, zal het jongerencentrumiaaé-
steeg-, dat thans is gevestigd in hotel Brabant aan de Ginnekenweg, ge
doemd zijn te sluiten. Waar het hier gaat om vrijwel het enige centrum
dat in staat is in Breda vele jongelui aan zich te binden, zou ik het zeer
betreuren indien inderdaad tot sluiting moet worden overgegaan. Ik zou
het zeer op prijs stellen als aan dit centrum verlenging van de experi
menteerperiode tot eind december van dit jaar zou worden toegestaan.
Daarmee zou bereikt worden dat de activiteiten van dit centrum op hun
merites kunnen worden beoordeeld.
Een aantal tuinders, die bedrijven hebben aan de Leursebaan c. a.
klaagt over wateroverlast. Bij zware regenval staan hun tuinderijen
blank met voor deze mensen uiteraard onaangename gevolgen. Dit zou
het gevolg zijn van de te kleine capaciteit van ter plaatse aanwezige
duikers. Mag ik vragen om het treffen van de nodige voorzieningen op
dat deze wateroverlast tot het verleden gaat behoren?
De heer AMERICA; In de vergadering van juli 1972 heb ik vragen
gesteld over het parkeren van vrachtwagens in een bepaald gebied van
de wijk Belcrum. Enige tijd geleden hebben bewoners mij gevraagd of
ik al antwoord op mijn vragen had gekregen. Het schaamrood steeg mij
op dat moment naar de kaken omdat ik daarop niet had gelet. Ik heb
de secretaris gevraagd of hij kon laten nakijken of de vragen al beant
woord waren. Ik heb daarover nog niets gehoord en ik neem dan ook aan
dat die vragen alsnog beantwoord zullen worden. Kunt u bevorderen dat
dit op korte termijn uitvoerig gebeurt?
Op 14 december 1972 hebben wij een voorstel aangenomen -- op pa
gina 1519 van de raadsnotulen is dat vastgelegd -- betreffende de conti
nuering van ons lidmaatschap van de gemeenschappelijke regeling Recrea-