55
18 JANUARI 1973
al uit het concept-voorontwerp streekplan Rijnmondgebied, dat pleit
voor stimulering van de ontwikkelingsas van de Randstad naar het zuiden,
de zogenaamde Zoomse As. Daarin wordt een luchthaven in West-Brabant
alvast gerekend door het pakket van noodzakelijke behoeften.
Aan het slot van uw nota stelt u onder punt 6 dat het voor een even
wichtige besluitvorming nodig is dat de gevolgen van een eventuele ves
tiging van een tweede nationale luchthaven in westelijk Noord-Brabant
worden bestudeerd. Daarnaast, zo stelt u, bestaat het gevaar dat als iedereen
het met iedereen eens is, de juiste maatregelen niet tijdig worden getroffen.
Het is nu maar de vraag waarover men het eens is, met andere woorden,
wat men onder die studie wil laten vallen.
U stelt voor er bij het provinciaal bestuur op aan te dringen de
uitvoering van het besluit van provinciale staten met voortvarendheid
ter hand te nemen. Ik heb geprobeerd uiteen te zetten dat ik het met
de overwegingen die tot dit besluit van de staten hebben geleid niet
eens kan zijn, omdat ik vind dat er ongefundeerde uitspraken worden
gedaan met name over de begrippen "versterkte economische ontwik
keling" en "verruiming van de werkgelegenheid". Wij kunnen het voor
stel zoals u dat aan ons voorlegt dan ook niet steunen, omdat uitvoering
van het besluit zou betekenen een zich akkoord verklaren met de over
wegingen.
De heer DEES: U distantieert zich dus van het standpunt dat door
uw geestverwanten in provinciale staten is ingenomen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik. meen dat wij daar alle vrijheid
toe hebben. In sommige politieke partijen is een gevarieerd standpunt
mogelijk.
Intussen zitten wij met een procedurale moeilijkheid, omdat het
besluit op zichzelf, zoals dat door de staten wordt verwoord, voor ons niet
zoveel bezwaren oplevert. Niettemin wil ik er nogmaals op aandringen,
juist om die overwegingen, dat ook de economische en maatschappelijke
gevolgen diepgaand worden bestudeerd.
Overigens zouden wij gaarne nog van u vernemen in hoeverre aan
de genomen besluiten reeds uitvoering is gegeven. Ik wijs erop dat het
besluit van provinciale staten is genomen op 1 mei 1971, dus al bijna
twee jaar geleden. Wij zouden daarom graag een overzicht ontvangen van
de tot nu toe door provinciale en gedeputeerde staten ontplooide activitei
ten.
De heer GEENE: Los van de politieke overwegingen merk ik op dat uw
nota over de vestiging van een tweede nationale luchthaven in West-Brabant
uitvoerige informatie verschaft over de stand van zaken op dit moment. De
voor- en nadelen worden opgesomd, daarna verwacht men de conclusie en
tenslotte een standpunt voor of tegen. Dit laatste, de standpuntbepaling,
bent u uit de weg gegaan; u hebt die - en terecht - niet aangedurfd. Het
is niet aan u en niet aan ons thans een standpunt pro of contra in te nemen.
Er zijn teveel problemen waarover nu te weinig bekend is, er zijn teveel
belangen mee gemoeid. Door deze zaak zal de ontwikkeling in West-
Brabant zo ingrijpend veranderen, dat het zonder meer noodzakelijk is
in breed verband te overleggen wat wij kunnen doen of wat wij moeten
doen. Eén ding kunnen wij vaststellen: het gaat op het ogenblik niet
goed met West-Brabant. Deze luchthaven-affaire is de zoveelste kapstok
waaraan de sociaal-economische ontwikkeling weer een aantal jaren
wordt opgehangen. Van de bepaling van een eigen Westbrabants beleid