568 21 JUNI 1973 Uw aandacht te vragen voor de parkeerproblemen. Het is daar blijkbaar gebruikelijk dat er een aantal grote vrachtwagens wordt geparkeerd. Daar door wordt de bewoners het uitzicht ontnomen, bovendien moeten die au to's 's morgens vroeg worden gestart. Zij moeten dan gedurende enige tijd warm draaien, met alle gevolgen van dien. De bewoners zijn van oordeel dat enkele straten, waar geen huizen zijn gebouwd, veel beter geschikt zijn voor het parkeren van vrachtwagens. Zij vragen dan ook of het geen tijd wordt dat de gemeente Breda evenals de gemeente Etten-Leur een ver ordening in het leven roept, op grond waarvan de chauffeurs kan worden gevraagd te parkeren op plaatsen waar de bewoners er geen last van heb ben. ANTWOORD Een verordening als door vragensteller bedoeld is in Breda reeds sinds 1969 van kracht. Artikel 4 van die verordening maakt optreden van de politie mogelijk, indien: a. minstens twee vrachtauto's bij elkaar op de weg geparkeerd zijn; b. ons college de eigenaren, houders of bestuurders bij aangetekend schrijven heeft medegedeeld, dat het de ingenomen ruimte met het oog op de verdeling daarvan buitensporig acht; c. ons college een terrein heeft aangewezen, waar vrachtauto's wel geparkeerd mogen worden; d. het parkeren geschiedt op werkdagen tussen 18. 00 en 8. 00 uur, als mede op zaterdagen en zondagen. Artikel 7 van die verordening verbiedt het parkeren van grote wagens nabij een bewoond perceel op zodanige wijze, dat daardoor het uitzicht voor de bewoners op hinderlijke wijze wordt belemmerd. Dit verbod geldt uitsluitend tussen zonsop- en zonsondergang. In voorkomende gevallen heeft de politie tot nu toe altijd met succes bemiddelend kunnen optreden, zodat wij nog geen toepassing hebben be hoeven te geven aan de omslachtige procedure van artikel 4 van de par- keerverordening. Artikel 7 van de verordening kan toegepast worden als een vrachtauto in een nauwe straat voor het raam van een woning gepar keerd wordt. In het geval Pastoor Pottersplein is deze bepaling zeker niet van toepassing, omdat een aldaar geparkeerde vrachtauto voor de bewo ners van de aan het plein gelegen woningen het uitzicht niet op een hin derlijke wijze belemmert. Naast genoemde artikelen uit de gemeentelijke verordening is ook nog in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens bepaald, dat het op plaatsen waar parkeervakken zijn aangebracht verboden is te parkeren buiten die vakken. Deze bepaling is in het leven geroepen om te bevor deren, dat er ordelijk geparkeerd wordt op plaatsen, waar dit in verband met de aldaar op beperkte schaal aanwezige ruimte, noodzakelijk is, zulks met het oog op de vrijheid en de veiligheid van het verkeer. Het zal duidelijk zijn, dat zowel artikel 7 van de parkeerverorde- ning als de bepaling uit het RVV weinig houvast bieden om verbaliserend op te treden tegen diegenen, die een vrachtauto op het Pastoor Potters plein parkeren. Daarnaast is de procedure van artikel 4 van de verorde ning te omslachtig in relatie tot het gering aantal klachten om daarvan gebruik te maken. Daarom hebben wij getracht voor degenen, die (nood gedwongen) hun vrachtauto in de Belcrum op straat moeten parkeren, een oplossing te vinden. Dit is ook de reden voor de vertraging in de beant woording van de gestelde vraag. Wij hebben daarbij het oog laten vallen op een gedeelte van de thans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 568