571 21 JUNI 1973 Toe lichting; Het gebruik van moderne wasmiddelen leidt in steeds sterkere mate tot de aanwezigheid van fosfaten in het afvalwater. Deze zouten kunnen in het oppervlaktewater omstandigheden veroorzaken, die in milieuhygiënisch opzicht onaanvaardbaar moeten worden geacht: over matige groei van waterplanten, een daarmee samenhangende daling van het zuurstofgehalte en een daarop volgende kans op rottingsprocessen. Zo lang de mogelijkheden en wenselijkheden van maatregelen tot ontharding van leidingwater, c. q. defosfatering van afvalwater, c. q. vervanging van fosfaten in wasmiddelen door andere stoffen, nog in studie zijn, verdient het in dit stadium de voorkeur de fosfaatlozing tot een minimum te be perken. Het initiatief van de industrie kan daartoe bijdragen, mits uiter aard de hardheidsgraad van het leidingwater bekend wordt gemaakt. Voor lichting daarover, onder vermelding van de achtergronden, is daarom sterk aan te bevelen. ANTWOORD 1. De beide door U gestelde vragen worden door ons bevestigend beant woord. 2, In overleg met de waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant zul len de waterverbruikers in de gehele gemeente Breda, alsmede die in Nieuw-Ginneken en Dorst, bij de eindafrekening van de éénjaarlijkse meteropname welke omstreeks half mei aanstaande kan worden tege moet gezien, de navolgende mededeling ontvangen: "Ten behoeve van de dosering der wasmiddelen, voorkomende op de verpakking daarvan, delen wij U mede, dat de hardheidsgraad van het gedistribueerde water 10 tot 16 graden Duitse hardheid bedraagt", VRAAG (gesteld ingevolge artikel 14 van het reglement van orde) De heer JANSEN: Het is een bekend gegeven dat de gemeente op fi nancieel gebied zich veel moet ontzeggen. Zelfs projecten die relatief weinig geld kosten en hoog op onze prioriteitenlijst staan kunnen geen doorgang vinden. Vandaar dat het mij verbaasde dat de gemeente in deze tijd een nieuw briefpapier heeft laten ontwerpen door bureau Kees Zwart dat aan ontwerpkosten f27.000, -- heeft gekost, terwijl voor elke ge drukte 500 vel nog eens 385, -- begeleidingskosten moesten worden betaald, zodat het nieuwe briefpapier thans meer dan f40. 000, -- heeft gekost. Naar aanleiding hiervan wilde ik U de navolgende vragen stellen: 1.Kunt U de aan mij gegeven informatie onderschrijven? 2. Zo ja, vindt U het dan niet onverantwoord om zoveel geld voor een briefpapiertje uit te geven? (Voor m.i. meer urgente zaken is geen geld aanwezig). 3. Is het college van plan om op korte termijn aan dergelijke dingen nog meer geld te spenderen? 4. Hoe is het verklaarbaar dat hiervoor wel geld kan worden uitge trokken? ANTWOORD In antwoord op Uw schrijven van 11 mei 1973 inzake aan de voorzitter van de gemeenteraad gerichte vragen delen wij U het volgende mede: Het gemeentebestuur heeft begin 1971 besloten om te komen tot uni formiteit in het gemeentelijk briefpapier, enveloppen, advertenties en bekendmakingen. In de presentatie naar buiten was sprake van een toe nemende diversiteit van ontwerpen en vormen, waarin een eigen gezicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 571