574 21 JUNI 1973 9. bijlage 202 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT OPHEF FING VAN DE GEMEENTELIJKE TECHNISCHE AVONDSCHOOL. De heer VAN OS: De voorzitter zal er wel niet verbaasd over zijn dat er over het onderhavige voorstel opmerkingen worden gemaakt, want dit is ook uitvoerig gebeurd in een eerste en later in een tweede vergade ring van de commissie. Namens alle leden van de commissie meen ik te kunnen zeggen dat het erg moeilijk was hierover een besluit te nemen. De commissie heeft zeer verdeeld gereageerd; uiteindelijk waren drie le den van de commissie tegen en vier leden vöór opheffing van de school. Op de eerste plaats deed zich een aantal moeilijkheden voor ten aanzien van de rechtspositie van de docenten die door de opheffing ge troffen zouden worden. Dit vormde de min of meer directe aanleiding, nog eens op de gehele kwestie terug te komen. Er is nog veel meer waar over wij willen spreken. Het is een vraag of het noodzakelijk is de avond school op dit moment te sluiten. Wij beantwoorden deze vraag ontkennend. Er is namelijk geen onvoldoende aantal leerlingen voor de avondschool; dat is op generlei wijze aangetoond. Evenmin is het aantal docenten on voldoende of de beschikbare ruimte te klein. Het tegendeel is waar. De bedoeling is dat in de toekomst een aantal van de cursussen op de streek school wordt gegeven en een aantal verbonden blijft aan de dagschool wel ke cursussen in de avond zullen worden gegeven. Wij hebben niet de ze kerheid gekregen dat deze cursussen in ongeveer dezelfde vorm aan de streekschool zullen worden gegeven. Naar onze mening is het twijfelach tig of er op de streekschool tijdig voldoende en deskundige leerkrachten aanwezig zullen zijn, of de accommodatie in goede staat zal zijn en of de leermiddelen op tijd aanwezig zullen zijn. Dat zal tenminste gevol gen hebben voor het niveau van deze cursussen. Wij vinden het een zeer ernstige aangelegenheid. Regelmatig en op allerlei niveaus spreekt men over 'permanente educatie' of iets dergelijks; men bedoelt dan in het al gemeen toch de mogelijkheid tot het genieten van een opleiding en vor ming in de vrije tijd, meestal in de avond, voor volwassenen. De ge meentelijke technische avondschool heeft door het geven van opleidingen die daar mogelijk zijn die mogelijkheid gedeeltelijk geboden en wel op uitstekende wijze. Wie bezoeken nu een dergelijke avondschool? Het gaat hier om een aantal leerlingen dat een leerovereenkomst met zijn werkgever heeft; soms zijn zij nog partieel leerplichtig. Het gaat ook om een zeer grote groep wat oudere mensen die geen leerovereenkomst hebben en die ei genlijk op de avond zijn aangewezen voor een verdere opleiding tot het behalen van diploma's voornamelijk in het vak dat zij reeds uitoefenen. Als wij het lijstje cursussen dat in bijlage 202 voorkomt nalopen en als wij daarnaast de gegevens leggen die ons door de onderhavige school zijn verstrekt, blijkt dat een aantal cursussen voornamelijk door oudere cur sisten wordt gevolgd en dat er nogal wat cursussen zijn waaraan geen men sen deelnemen die een leerovereenkomst hebben. Naar onze mening zul len deze mensen in verreweg de meeste gevallen de voorkeur geven aan een opleiding in de avonduren. Het is in principe niet uitgesloten dat de ze cursussen ook in de avonduren %an de streekschool worden gegeven. Wij zijn het voorts met het college eens dat het beroepsbegeleidend on derwijs op één school moet worden geconcentreerd; uiteraard heeft dat allerlei voordelen. Wanneer op de streekschool cursussen in de avonduren moeten worden gegeven moet daar natuurlijk voldoende belangstelling voor bestaan; voorts moet uit inspraak van de cursisten blijken of zij in de avonduren, overdag of op zaterdag de lessen willen volgen. De be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 574