583 21 JUNI 1973 2e. aan de gemeentelijke technische avondschool op dit moment cursussen worden gegeven waarvan niet met zekerheid kan wor den vastgesteld of deze in het komende studiejaar in de avond uren aan de streekschool zullen worden gegeven; besluit daarom; a. de opheffing van de gemeentelijke technische avondschool ten minste uit te stellen tot 1 oktober 1974; b. aan genoemde school de cursussen genoemd in bijlage 202 on der a, b, c, d, e, i, j, k en 1 bij voldoende belangstelling voort te zetten..' De motie, ingediend door de heer Van Os, is mede-ondertekend door mevrouw Willems-Van Doorn en de heren Gielen en Jansen en kan derhal ve onderwerp van beraadslagingen uitmaken. De heer VAN OS: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. U bent begon nen met te zeggen dat het niet wel doenlijk zou zijn en eigenlijk ook niet nodig is op alle vragen een antwoord te geven. Dat eerste komt ons na de twee commissievergaderingen en de vragen die daar zijn gesteld wat twij felachtig voor. Ook zult u zich reeds enige inspanning hebben getroost ten einde de nodige gegevens te verkrijgen. Ik. meende dan ook dat op alle vragen een antwoord kon worden gegeven maar het antwoord op een aan tal vragen heb ik niet gehoord; u zult dat waarschijnlijk ook wel van an dere raadsleden te horen krijgen. Uit uw betoog is wel duidelijk geworden --al hebt u het niet met zoveel woorden gezegd -- wat uw houding is ten opzichte van de motie. U vindt dat de g. t. aop dit moment moet worden opgeheven. Het zit ons wat dwars dat u schermt met de huidige situatie op de streekschool waarop ook leerlingen zonder leerovereenkomst zitten die kennelijk gro tendeels dagonderwijs kunnen genieten. Daat gaat echter niet voor ieder een op. Uit de leeftijden van de cursisten op de avondschool die wij heb ben doorgekregen valt af te leiden dat een zeer groot deel van hen niet in staat zal zijn overdag les te krijgen. Het is merkwaardig dat u wel de nodige onderzoeken op de streekschool hebt verricht maar dat u aan de cursisten van de avondschool niet hebt gevraagd of zij de voorkeur geven aan een verplaatsing van de cursus naar de dag of aan een voortzetting van de cursus op de avondschool. Een dergelijk onderzoek zou de meeste duidelijkheid hebben verschaft. U hebt gezegd dat er afspraken zijn gemaakt met 1.1. s.-en in de om geving; deze zijn inmiddels voor een groot deel met de avondcursussen gestopt. Dat is best mogelijk; ik wil er zeker niet de oorzaak van zijn dat allerlei afspraken verstoord raken. Wij hebben hier echter met een bijzonder geval te maken. De cursussen die door ons zijn opgenoemd zijn zeker in het laatste jaar niet op die andere scholen gegeven. Het gaat hier op één uitzondering na om cursussen die kennelijk heel weinig met het leerlingenstelsel te maken hebben. Wij hebben beslist niet de juist heid van de stap aangevochten, het beroepsbegeleidend onderwijs in zijn geheel naar de streekschool te doen overgaan. Wij vinden het een juiste stap maar wij menen ook dat deze stap niet mag worden genomen ten koste van een aantal mensen die in de avonduren cursussen willen volgen. Wij vrezen dat dit laatste geval wel het geval is. Naar aanleiding van opmerkingen over de positie van de leraren hebt u gezegd dat uiteraard het belang van de leraar in het oog moet worden gehouden maar dat het belang van de leerling voorgaat. Wij vinden dat ook maar wij menen dat het belang van een aantal leraren in dit geval parallel loopt met het be lang van een aantal leerlingen; dat is een gelukkige omstandigheid. Uit dien hoofde behoeft het belang van de leraren niet te worden geschaad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 583