18 JANUARI 1973 Het beoordelen van de mogelijke consequenties van een keuze voor West- Brabant is echter een zaak waarbij de bevolking van West-Brabant zeer nauw betrokken zal moeten worden. De opbouw van het bestuurlijke ka der in West-Brabant is thans zover gevorderd dat wij in staat zijn samen met het provinciaal bestuur deze zaak te leiden en te begeleiden. De invloed van West-Brabant dient derhalve te worden geregeld, hetgeen naar onze mening het best kan gebeuren via het interregionaal contactorgaan. Om het gewenste gewicht te geven aan het belang dat wij hechten aan een geregelde en geïnstitutionaliseerde inbreng van West-Brabant, dienen wij een motie in die beoogt de belangen van West-Brabant veilig testellen. Deze motie is mede ondersteund door de protestant-christelijke tractie. De heer KROON: U gaat er in uw nota van uit dat een tweede natio nale luchthaven in de toekomst noodzakelijk is. Ik meen dat ik daar dan ook weinig over hoef te zeggen, omdat dit uitgangspunt volkomen duidelijk is, dat hebben wij hier niet uit te maken. Weliswaar dringt de heer Crul er in zijn motie op aan dat hiervan een diepgaande studie wordt gemaakt, maar zover mij bekend verkeren deze zaken in een dusdanig stadium dat wij er rekening mee zullen moeten houden dat er binnen afzienbare tijd een tweede nationale luchthaven dient te komen. Wij hebben dan alleen maar te maken met de mogelijkheid dat die tweede nationale luchthaven zal worden gevestigd in West-Brabant. Als zodanig hebben wij er natuur lijk zeer veel mee te maken. Is het nu wel prettig dat deze nota een duidelijk inzicht geeft in de situatie van dit moment met betrekking tot de voorbereidende werk zaamheden die tot nu toe hebben plaatsgevonden en het zoeken van be paalde moeilijkheden voor de toekomst? Ik meen dat wij het daarbij moeten laten. Ik zal kort zijn in hetgeen ik wil zeggen, maar enkele opmerkin gen wil ik toch wel maken. Op blz. 5 worden drie mogelijke situaties genoemd die van belang kunnen zijn voor West-Brabant, althans de si tuaties 1 en 4. Een van de eerste punten waarover mijns inziens duidelijk heid dient te bestaan is de vraag welke situering men zich uiteindelijk denkt. Dit houdt namelijk direct verband met de mogelijkheid van verplaatsing van inwoners, een deel van de woningen en wat dies meer zij. Voorts komt bij deze situeringen situatie 21 aan de orde, namelijk de kwestie Reimerswaal. Weliswaar is dit mijns inziens van minder belang voor West-Brabant, maar dit houdt verband met het hele Reimerswaalplan. Ongetwijfeld is het - daarin deel ik de mening van de heer Dees, die dit ook met zoveel woorden heeft gezegd - van groot sociaal-econo misch belang dat er in West-Brabant een luchthaven komt. De zaken die nen dan echter goed op een rijtje te worden gezet en te worden onderzocht, want er kunnen wel evenveel argumenten zijn die voor een luchthaven pleiten als daartegen; welvaart en welzijn gaat niet altijd even harmonieus samen. Op blz. 11 van de nota onder punt 4 stelt u dan ook iets dat mij bij zonder aanspreekt, namelijk dat er, wil er werkelijk van inspraak kunnen worden gesproken, harde argumenten op tafel zullen moeten komen pro of contra een luchthaven. Wanneer dat het geval is, kan men daarover ook oordelen. Juist om deze harde argumenten op tafel te kunnen krijgen, mondt uw nota uit in het voorstel in punt 6. In de nota die zojuist door de heer Geene is ingediend en die mede door mijn fractie is ondertekend, wordt nader uitgediept datgene wat uw voorstel inhoudt en dat is vermeld in de laatste alinea van punt 6. Wij steunen deze motie dan ook van harte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 58