4 4 JANUARI 1973 richt van vandaag in De Stem, beschouwd als voorstel vol schijninspraak en wassen neuzen. Deze krantekop doet het bepaald goed.' Voor een an dere gelegenheid heb ik ook een dergelijke vette krantekop in mijn ge dachten: de culturele raad, de wassen neus van onze culturele inspraak.' Met de hoop en het vertrouwen dat Het Turfschip werkelijk deel gaat uitmaken van onze gemeenschap ondersteunen wij gaarne uw voorstel. De heer VAN OS: Het schijnt dat iedereen het nieuwe jaar enigs zins schuchter begint. De heer QUADEKKER: Dat is niets voor jou hoor.' De heer VAN OS: Neen. Ik wil niemand in het ongewisse laten. In deze raad is reeds erg veel gezegd over Het Turfschip. Het heeft geen zin alles te herhalen, wat tot het beleggen van deze vergadering geleid heeft. Wij hebben er in het verleden geen misverstand over laten bestaan dat het falen van Het Turfschip naar onze mening was toe te schrijven aan een verkeerde doelstelling, aan onjuiste prognoses en aan een on bekwaam handelen van de raad van commissarissen. Hierin hadden zo wel de vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel als de leden van het stadsbestuur zitting. Een belangrijke oorzaak van het falen was naar onze mening het feit dat de directie in het verleden onvoldoende vrijheid van handelen had. De directie kon geen eigen beleid voeren op het gebied van de horeca, zaalverhuur en tarieven. Daaruit blijkt dat besturen moeilijker is dan men denkt en dat bijsturen in de kwestie- Turfschip een practisch onbekende aangelegenheid is geweest. De zaak is binnen enkele jaren volledig "in de vernieling" gewerkt. Nu moeten wij een begin maken met een soort redding. Er is een plan gemaakt door vertegenwoordigers van het bedrijfsleven; dit zijn dus voor een deel de zelfde personen als zij die destijds in de raad van commissarissen zit ting hebben gehad. Dit plan heeft ons nu bereikt in de vorm van voor stellen van burgemeester en wethouders. Het plan brengt een zeer grote vrijheid van handelen met zich mee voor de Stichting Adriaen van Berghe Breda. Dit plan brengt ook met zich mee dat in de toekomst tamelijk veel geld van de gemeenschap op tafel moet komen. Boven dien brengt het plan met zich mee dat de noodzaak van het ontslag van het voltallige personeel aan de orde is. De kosten die daaraan ver bonden zijn, zijn ook niet gering. Over de jaren die in het voorstel zijn genoemd betekent dit een bedrag van 550. 000, -- aan kosten voor de gemeente; daarbij is nog niet bekend of de directeur onder de huidige regeling zal meedoen aan deze afvloeiingsregeling. De kosten zouden dus nog hoger kunnen worden. De voordelen van het plan zijn gelegen in het feit dat de hoeveelheid geld van de gemeen te gelimiteerd is. Een tweede voordeel is dat de gemeenschapsfunctie nu in de doelstelling van Het Turfschip is opgenomen. Bij het eerste voordeel moet ik toch wel vermelden dat de gemeenschap nog tamelijk veel geld moet betalen en dat dit zonder inspraak in de besteding van dat geld moet geschieden. Bij het tweede voordeel bestaan er in het geheel geen sluitende garanties voor het feit dat de gemeenschapsfunctie inderdaad tot haar recht kén komen. Na het voorgaande zal het u duide lijk zijn dat de voorgestelde oplossing onze sympathie niet heeft; wij zijn echter reeds lang door de meerderheid van deze raad voor een voldongen feit geplaatst. Wij worden nu gedwongen deze oplossing al dan niet te aanvaarden. Een alternatief maakt op dit moment immers geen schijn van kans. Daarom willen wij, nu wij voor deze keuze ge plaatst worden, het voorstel zo positief mogelijk benaderen. Wij blij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 4