593 21 JUNI 1973 -- 'iet wordt niet duidelijk aangegeven -- hoe de relatie tussen raads leden en wethouders functioneert speciale aandacht moet hebben. In dien ik het kat-en-muis-spelletje van de laatste dagen tussen de raad en het college aangaande de Wisselaar in de beschouwingen betrek meen ik dat het college aan het onderzoekteam van het bureau Veldkamp wel aandacht hiervoor mag vragen. In de fractie zijn nog twee punten aan de orde geweest. De Vereni ging voor Nederlandse Gemeenten wordt helemaal niet genoemd in het stuk. Wij menen dat deze vereniging voor dit soort onderzoek belang stelling toont. Ik denk daarbij niet alleen aan de coördinatie maar ook aan een eventuele financiële bijdrage van die zijde. Als de Vereniging aan het onderzoek zou gaan deelnemen zou zij er wellicht conclusies uit kunnen trekken die landelijke waarde hebben en derhalve van be lang zijn voor de Vereniging en voor de deelnemende gemeenten. Wij verzoeken u dan ook de Vereniging hiervan op de hoogte te brengen. Het adres van de voorzitter is niet zo ver weg; dat zal geen problemen geven. Verder is in de PAK-fractie gesproken over de mogelijkheid het on derzoek meer gericht naar de wijken te doen plaatsvinden. De ervarin gen van de burgerij kunnen van wijk tot wijk zeer verschillend zijn. Naar onze mening zou het goed zijn daar een inzicht in te krijgen. Wat de informatie betreft, deze zou op de wijken gericht moeten zijn. Er zouden ook vragen over de leefbaarheid van en voorzieningen in de wijk moeten worden gesteld. Het is ons niet bekend of het voor het verkrijgen van een meer gedetailleerd inzicht in de opvattingen van de burgerij in de wijken noodzakelijk is dat het onderzoek tot bijvoorbeeld 400, 500 of 600 burgers wordt uitgebreid. Ook kennen wij de financiële conse quenties daar niet van. Als het college en de raad met ons van mening zijn dat het waardevol zou zijn meer informatie uit de wijken te ver krijgen zal het college de vrijheid moeten hebben binnen bepaalde fi nanciële grenzen tot uitbreiding van het onderzoek over te gaan, indien dat noodzakelijk mocht blijken. Wij zouden de mening van het colle ge in dezen gaarne vernemen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: In de vergadering van de commissie voor algemene zaken waar dit punt aan de orde is geweest heb ik ge vraagd of de steekproefgrootte wel juist was. Het gaat namelijk om slechts 300 ondervragingen. Mij werd verzekerd dat dit aantal voldoende was voor het onderhavige onderzoek. Ik ben het eens met de heer Crul die stelt dat men waarschijnlijk wel verschillende reacties uit de ver schillende wijken kan verwachten. Indien men het geheel wat gediffe rentieerd wenst te benaderen zou men naar mijn mening met een grote re steekproef moeten werken. Er is reeds een uitzondering gemaakt want het college wil in de renovatiebuurten een afzonderlijk onderzoek uit voeren; ik neem aan dat daar ook wat meer schakeringen in de vragen zullen voorkomen. Ik ben toch van mening dat het onderzoek voor het Heuvelkwartier of Hoge Vucht te weinig tekening in het beeld zal ge ven indien het lage steekproefpercentage wordt aangehouden. Ik ben blij dat het onderzoek wordt ingesteld. Men kan zich namelijk toch niet aan de indruk onttrekken dat de communicatie tussen het stadhuis en de wijken op het ogenblik ontzettend slecht is. Wij krijgen voortdu rend uit allerlei wijken brieven. De heer Crul heeft het zojuist al over de Wisselaar gehad en ook de opbouwraad Breda-Noord klaagt steen en been terwijl ook het Heuvelkwartier in actie komt omdat men daar bij zonder ontevreden is. De ontevreden brieven uit de renovatiewijken West einde en Zuid kennen wij allemaal. Ik ben blij dat het onderzoek wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 593