598 21 JUNI 1973 26. bijlage 219 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BETREF- FENDE DE 4E BEGROTINGSWIJZIGING VAN HET INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK. De heer VAN OS: Ook in de commissie voor financiën heb ik gezegd dat de opmerking die het college over deze begrotings wijziging van Moerdijk maakt aantoont dat de financiële aange legenheden bij Moerdijk eigenlijk niet in orde zijn. Dat heeft u ook toegegeven en u heeft gezegd dat er het nodige aan zou worden gedaan. Uit het voorstel blijkt duidelijk dat er zeer ele mentaire boekhoudkundige omissies hebben plaatsgevonden. Het is raadselachtig dat een dergelijke gang van zaken bij een orgaan als het industrie- en havenschap Moerdijk kan plaatsvinden. Ove rigens zijn daar wel wat redenen voor aan te geven. Zo heeft de directeur kennelijk niet voldaan en zal op dit moment ook het hoofd van de afdeling financiën vertrekken. In samenhang daarmee is een financieel adviseur aangetrokken in de persoon van de heer Vlak. Ik heb gelezen dat daarover ook een uitgebreide gedachtenwisseling in provinciale staten heeft plaatsgevonden. Wij kunnen ons zeer wel verenigen met de stelling dat er» nu er kennelijk enige ver warring heerst, speciale adviezen nodig zijn. Wij zouden het echter onjuist vinden als de desbetreffende adviseur zijn werk zou blijven voortzetten op het moment waarop de nieuwe directeur reeds aan wezig is dan wel is ingewerkt. Een dergelijke financiële adviseur is dan een overbodige pottenkijker, Dat is niet zo plezierig voor een directeur die zijn werk goed wil doen en kan doen. Naar aan leiding van deze begrotingswijziging waarin de kosten van het advi seurschap van de heer Vlakzijn opgenomen wijzen wij erop dat wij op dit moment er alleen maar mee akkoord gaan dan wel er alleen maar toestemming voor willen geven indien het adviseurschap van de heer Vlak gehandhaafd blijft tot 1 januari 1974. Daarna zouden wij de kwestie per se opnieuw kritisch willen bekijken. Een en ander hangt natuurlijk af van het feit op welk moment de nieuwe direc teur wordt aangetrokken. Als die directeur aanwezig is en ook inge werkt is bestaat er geen enkele reden toe een adviseur op dit niveau bij het schap Moerdijk te handhaven. De heer CRUL: Op 1 mei hebben wij een gecombineerde ver gadering van de afdelingen ruimtelijke ordening en financiën ge had. Deze vergadering vond plaats in besloten kring, Ik geloof dat de laatste vergadering die in besloten kring plaatsvond er een van de commissie voor financiën was. Naar aanleiding van uit voerige informatie over het schap Moerdijk hebben wij daar toen uitvoerig over gesproken. Ik heb toen gezegd dat het mij, gezien de informatie die wij hebben en de commentaren die geleverd zijn, nuttig leek dat het college de raad over de stand van zaken zou informeren en met een pre-advies in de raad zou komen. Dat ver zoek is toen niet overgenomen in die gecombineerde commissie vergadering. Wel is afgesproken dat er op het moment waarop de wijziging van de begroting aan de orde wordt gesteld wat dieper op de kwestie kan worden ingegaan; ook zou het college nu over wat meer informatie beschikken. De laatste ontwikkelingen van het schap geven ook wel reden tot het geven van meer aandacht aan dit probleem. Ik denk alleen al aan de zorgwekkende geluiden van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 598