599 21 JUNI 1973 laatste dagen over het milieu. Daarnaast zijn er ook nogal wat publikaties en informaties geweest over de financiële verwachtingen van het schap. Ook is daar nog de kwestie van het ontslag van de directeui waar wij via de commissie financiën en economische zaken direct bij betrokken zijn geweest. Gisteren stond er in "De Stem" een stuk dat handelde over een scriptie van de heer Goverden, een Brabander. De heer Goverden kwam tot de conclusie ik meen dat u ook wel eens iets in die richting heeft gezegd -- dat het inrichten van dan wel de beslis sing over het Moeraijkgebied als industrieterrein als een "overval" moet worden gezien. Bovendien zou de voorbereiding wat de in spraakprocedure daarbij betreft slecht zijn verlopen. Ik meen dat u daar ons al eens op heeft gewezen. Toen de vraag in 1970 in de raad aan de orde kwam of wij al dan niet aan het schap zouden deelnemen heeft u gezegd -- later heeft u dat nog eens bevestigd -- dat de raad nogal lichtvaardig over het deelnemen van het schap was heengelopen. U heeft nooit duidelijk uiteengezet waarom u die mening was toegedaan. Het zou wel goed zijn als u ons vanavond daar wat meer informatie over zou geven indien u nog steeds de zelfde opvatting huldigt. Wat de financiële kant van de zaak en de begroting voor 1973 betreft, ik heb uit de tot nu toe verstrekte in formatie begrepen dat de verwachtingen wat beter kunnen zijn en dat ook de financiële commissie van het schap betere resultaten verwacht. Er zou nu iets zijn rechtgetrokken, hoewel niet alle plooien nog zijn gladgestreken. Er zou echter wel wat meer inzicht in de stand van zaken zijn, Er worden enige aanbevelingen gedaan over de beheerstaak, hoewel de kosten daarvan niet exact genoemd worden; die zou ik toch wel graag kennen. In de debatten bij de provincie en in het schap en ook daarna in publikaties is gesteld dat er ten aanzien van de consequenties voor de deelnemers tot 1983 in feite geen financiële risico's gelopen worden. Dat is moei lijk te bewijzen. Het is echter ook moeilijk te bewijzen dat er op dit moment wél financiële risico's gelopen worden; ik bedoel daarbij zowel risico's op korte als op lange termijn. Wij zijn in de fractie wel van mening dat wij door deelname aan het inrichten van het industrieterrein het algemeen belang dienen. Wij kunnen echter moeilijk een oordeel vellen over de consequenties van een en ander. In de commissie heb ik naar aanleiding van de publikatie en de informatie die wij hebben gekregen -- namelijk dat er in 1983 een verlies van 82 miljoen zou zijn -- vragen gesteld. De heer van Loon heeft daarop toen geantwoord dat dit niet juist was. Ook in het verslag van de commissievergadering staat dat het niet goed begrepen is. Ik kom er niet uit en ik wil u dan ook vragen -- toen heeft u er als voorzitter geen antwoord op gegeven of het inderdaad juist is dat bij volledige uitgifte van de grond en verhuur van de terreinen in 1983 een verlies van 82 miljoen kan worden verwacht. De heer van Loon heeft toen aangaande eventuele ver liezen gezegd dat als deze gering waren wij die wel zouden kunnen dragen en dat als zij groot zouden zijn de overheid ze wel zou dragen. Op die manier zouden wij toch niet zoveel risico lopen. Ik vind dat een beetje opportunistisch gedacht, hoewel het mis schien wel juist is. Toch blijft de mogelijkheid bestaan dat wij de rekening gepre senteerd krijgen. Dat blijkt uit alle informatie die daar op dit mo ment over bestaat. Wat de uitgifte van grond, zowel bij het verhuren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 599