21 JUNI 1973 616 De VOORZITTER: Nee, het geheel is wat duidelijker gewor den. Ik meende namelijk dat ik bij u een tendens zag tot het meer naar voren brengen daarvan en tot eventuele deelname aan de beleidsvorming. Dat punt moet dan maar eens in de commissie algemene zaken aan de orde komen. Als de deskundigen dat punt bestudeerd hebben moet u het maar eens uitpraten. Ik meen dat wij ten aanzien van de Moerdijk-kwesties veel verder gaan dan het afleggen van verantwoording achteraf. U hebt ge merkt dat u reeds veel eerder over veel punten wordt geïnformeerd. Dat gebeurt niet achteraf maar zodra de stukken zelfs nog in con cept gereed zijn. Wij gaan derhalve al verder dan wat u van ons verlangt. De heer van Banning heeft nogmaals gewezen op de verant woording door het college. Ook dat punt moet worden bestudeerd. Als afgevaardigde van het college moet ik in eerste instantie terug koppelen naar het college en allereerst daar verantwoording afleggen. Eerst wanneer het falen van de mensen ten aanzien van het totale beleid zou blijken komt de raad volgens de thans geldende rege ling in actie. De heer van Banning vraagt of er een onderzoek door de V. N. G. is ingesteld. Ik heb daarop geantwoord dat er ten aanzien van de organisatie door de V. N. G. een onderzoek is ingesteld en dat ten aanzien van de hele kostprijsberekening en dergelijke financiële kwesties de V. N. G. haar medewerking heeft verleend; met name de directeur van de V. N. G. heeft dat gedaan. Ook ten aanzien van de activering, het bijwerken en het opzetten daarvan en dergelijke is de V. N. G. ingeschakeld. De heer VAN BANNING: Ik geloof dat u mij niet helemaal begrepen heeft. Ik bedoelde een onderzoek dat eventueel door de V. N. G. gestimuleerd zou kunnen worden. De VOORZITTER: Dan heb ik het verkeerd begrepen. Die vraag neem ik mee. De heer VAN BANNING: Ik heb gevraagd of wij mettertijd de opvattingen van het college in dezen mogen vernemen. De VOORZITTER; Akkoord. De heer Crul heeft over de deel neming door het rijk gesproken. Hij kiest voor de zekerste weg van het dragen van het volledige risico door het rijk. Wij moeten de besprekingen afwachten en bezien wat de opvattingen van het rijk daarover zijn. Ik vind het wel belangrijk dat, toen ik de mede deling over deelname door het rijk gedaan heb, de raad van geen enkele weerstand heeft blijk gegeven. Wij mogen er derhalve van uitgaan dat deelneming door net rijk in dit project door de raad van Breda op prijs wordt gesteld. Ik vind dat een belangrijke con statering, Of en in hoeverre dit is te realiseren is uiteraard af hankelijk van de opvattingen van de andere partner. Het punt van het eventueel temporiseren van het bouwrijp maken van de grond is in het dagelijks bestuur aan de orde. De kwestie is te ingewikkeld -- nog andere punten spelen hierbij een rol -- om er nu veel over te zeggen. Dat punt houdt namelijk ook verband met punten als het beschikbaar komen van het land, de prijs daarvan, en dergelijke. Gesteld wordt dat er niet naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 616