622
25 JUNI 1973
de indieners van het voorste] dit eerst wat nader toelichten. Ik hoop dat
het geen gewoonte wordt steeds weer volkomen onverwacht punten aan
de agenda toe te voegen. Mijns inziens moet men een zeer dringende
reden hebben om te besluiten iets dergelijks aan de raad voor te leggen.
Ik kan op dit moment dus niet zeggen dat ik hiermee akkoord ga. Voor
alsnog is het voor mij namelijk onbegrijpelijk en daarom zou ik eerst
graag vernemen welke de bijzonder indringende redenen zijn die het
nodig maken met dit verzoek te komen. Ik ben namelijk helemaal nie'c
ingespeeld op deze materie, zodat ik amper een verantwoord besluit kan
nemen. Nogmaals, ik stel er prijs op dat men mij eerst duidelijk maakt
wat er eigenlijk aan de hand is. Daarna hoop ik dan nog in de gelegen
heid te worden gesteld een beslissing te nemen die ik verantwoord acht.
De heer KROON: Ik heb zeer onlangs kennis genomen van de kwestie
met San Stefano. Er zijn geen officiële stukken over, ik heb alleen af
schriften gekregen van brieven aan het college van burgemeester en wet
houders, o. m. van het Jeugd- en Jongerencentrum. Ik moet dan ook
eerlijk zeggen dat ook ik wel enigszins door dit voorstel word overval
len en dat het mij daardoor moeilijk lijkt tot een goede besluitvorming
te komen. Evenals de heer Van Caulil zou ik het derhalve op prijs stel
len als de indieners van het voorstel eerst motiveren waarin de geweldi
ge noodzaak van dit voorstel gelegen is, want anders zou ik liever zien
dat er over deze zaak door her college eerst een preadvies wordt uitge
bracht.
Mevrouw PAULUSSEN: Ik ondersteun het voorstel van de commissie
van advies voor jeugd en sport van harte.
Mevrouw J'dGER-MIDDELBEEK: De oorzaak dat de meeste leden van
de commissie met dit ordevoorstel komen, is gelegen in het feit dat bur
gemeester en wethouders een besluit hebben genomen zonder de leden
van de commissie daarvan in kennis te stellen en zonder dat wij daarover
hebben kunnen discussiëren. Wij hebben daar grote bezwaren tegen en
daarom komen wij nu met dit voorstel.
De heer JANSEN: Ook ik steun het ordevoorstel, mede vanwege de
urgentie van deze zaak, waarbij het gaat om een groep jongeren van
15 tot 20 jaar, juist nu de vakantie voor de deur staat. Ik meen dat wij
ons als raad moeten realiseren dat besturen ook inhoudt het durven ne
men van beslissingen.
De heer BROOIMANS: In de raadsvergadering van 21 mei heb ik het
college bij de rondvraag de vraag gesteld, de experimenteerperiode tot
het eind van dit jaar voort te zetten. Tot nu toe heb ik op deze vraag
geen antwoord ontvangen. Ik ken het werk van San Stefano en ik zou de
raad met nadruk willen vragen dit ordevoorstel aan te nemen.
De heer VAN OS: Ik ondersteun het ordevoorstel.
De VOORZITTER: Is een der indieners van het ordevoorstel bereid
en in staat in te gaan op het verzoek van de raad en de urgentie van het
nu behandelen ervan nader toe te lichten?
De heer AMERICA: Als daaraan behoefte bestaat, wil ik daar graag
een poging toe wagen.
Via De Stem zijn wij geïnformeerd over uw besluit. Dat is verleden