637
25 JUNI 1973
de volgende raadsvergadering eventueel op terug met de mededeling of
en op welke wijze de motie al dan niet wordt uitgevoerd,,
Ik vraag de raad nogmaals of er behoefte is aan een derde termijn.
De heer AMERICA: Ik kan op deze wijze geen overleg plegen met
degenen die met mij de motie hebben ingediend. Ik meen de duur van
de vergadering te kunnen bekorten wanneer u ons even in de gelegenheid
stelt ons kort te beraden over hoe wij verder gaan. Daarna kan dan even
tueel een derde instantie komen, maar die is dan misschien niet meer
nodig. Ik verzoek u derhalve de vergadering een ogenblik te schorsen,
opdat de ondertekenaars van de motie zich kunnen beraden.
De VOORZITTER: Ik stel voor de verdere behandeling van dit punt
uit te stellen tot na de pauze, zodat u in de pauze gelegenheid hebt met
elkaar van gedachten te wisselen.
Aldus wordt besloten.
28. bijlage nr. 221
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE
MING VAN BESTUURSLEDEN VOOR DE COMMISSIE EX ARTIKEL
61 OPENBARE BIBLIOTHEEK BREDA.
Mevrouw PAULUSSEN: Bij het bespreken van de sollicitanten voor
de bestuurscommissie openbare bibliotheek heeft de commissie voor cul
turele zaken geconstateerd dat er bij de sollicitanten weinig jonge men
sen waren en dat ook het aanbod van geschikte vrouwen niet groot was.
Wij hebben toen in grote lijnen een advies gegeven, dat door het bureau
culturele zaken is overgenomen. Via telefonische informatie bleek deze
middag dat er voor de sluitingsdatum twee of drie sollicitaties zijn bin
nengekomen van personen van wie er een wat de leeftijd betreft zeker
een bijzonder goede kandidate zou zijn geweest. Toen de commissie
voor culturele zaken op 6 juli vergaderde, zijn deze sollicitaties echter
niet ter tafel gekomen. Ik zou hierover graag informatie van de wet
houder krijgen alvorens wij dit voorstel verder behandelen.
Wethouder MANS: Ik heb vanmiddag al een telefoontje gehad van
mevrouw Paulussen en ik heb haar beloofd dat ik de zaak zou uitzoe
ken. Er is inderdaad nog een aantal brieven binnengekomen die niet aan
de orde zijn geweest in de commissie voor culturele zaken. Waarschijn
lijk als gevolg van het lange weekeinde zijn deze brieven verlaat op het
bureau culturele zaken binnengekomen, zodat zij geen rol meer hebben
kunnen spelen bij de advisering. Wij hebben de mensen wier brieven te
laat zijn binnengekomen bericht dat zij niet meer in aanmerking konden
komen bij de samenstelling van deze commissie, maar dat zij in aan
merking kunnen komen voor eventuele volgende kandidaatstellingen.
Mevrouw PAULUSSEN: Ik vind dat toch wel een beetje moeilijk. De
ze mensen vragen namelijk waarom hun sollicitatie verder niet is behan
deld. Ik vraag mij dan ook af of dit voorstel niet dient te worden terug
genomen en opnieuw aan de orde gesteld in de commissie voor culture
le zaken, zodat ook deze drie sollicitaties een reële rol kunnen spelen.
Wethouder MANS: Ik kan mij voorstellen dat mevrouw Paulussen de
ze vraag aan ons voorlegt. Aan de andere kant lijkt het mij echter ook
een onheus gebaar tegenover de kandidaten die wel op de lijst staan, als