63 18 JANUARI 1973 voor een tweede luchthaven - dat die studies moeten doorgaan is iets waarover iedereen het eens is niet tegelijk de principiële vraag ter discussie kan stellen of die uitbreiding wel nodig is, want dan hebben die studies ook weinig zin. Bovendien bestaan er harde prognoses voor de toeneming van het luchtverkeer» Mevrouw Van Nes heeft naar aan leiding daarvan opgemerkt dat die prognoses het resultaat zijn van extra polatie van bestaande groeicijfers» Dat is inderdaad waar, maar ik meen dat dat bij iedere vorm van planning het geval is» Men zou zich hooguit kunnen afvragen of uitbreiding van Schiphol mogelijk is, maar dat stand punt is elders in den lande al voldoende aangevochten en met die moge lijkheid willen wij in Breda dan ook liever geen rekening houden» Mevrouw Van Nes heeft voorts m haar betoog een soort angst voor economische groei geuit» Wij zijn het daar niet mee eens» Wij vinden deze stellingname op zijn mirist ongenuanceerd, omdat tot de compo nenten van die economische groei ook elementen als "milieuvriendelijke" productie en dienstverlening behoren, die niet op het milieu inwerken» Wij zijn niet per definitie bang van de economische groei die het gevolg zal zijn van de vestiging van een tweede nationale luchthaven, want wij willen daar een voorwaarde aan koppelen, namelijk dat aan de kwalitatie ve aspecten van die economische, groei - in dit geval het tot aanvaardbare proporties terugdringen van de geluidshinder, afhankelijk van de technolo gische ontwikkeling - de grootst mogelijke aandacht wordt geschonken, opdat daarover de grootst mogelijke zekerheid wordt verkregen» Dat is dan ook de reden dat wij met de motie van het P»A»K. niet kunnen instemmen» Wat de motie van de K»V»P. en de protestants-christelijke groepering betreft is onze eerste indruk dat die eigenlijk een beetje overbodig is» Wij zouden met name van de indieners willen horen wat het verschil is tussen de door hen ingediende motie en het standpunt dat in het preadvies van het college is neergelegd» Vooralsnog kunnen wij niet ontdekken wat nu precies het verschil is met het standpunt van de provinciale staten van Noord-Brabant, waarin ook wegen voor inspraak worden aangegeven en waarvan het college erop aandringt dat het besluit van de staten met spoed moet worden uitgevoerd» Wij hebben dan ook evenmin aan deze motie behoefte, tenzij men ons duidelijk kan maken waar het verschil ligt met het voorstel van het college» De heer CRUL: Aan de standpuntbepaling waarom wij in onze brief van maart 1972 hebben gevraagd, bent u niet toegekomen, zoals u hebt gezegd» Hoewel daarvoor argumenten zijn aan te voeren, geloven wij dat u in feite toch een standpunt inneemt door het besluit van gedeputeer de staten te onderschrijven» Als ik het goed heb begrepen, neemt u afstand tot de considerans tot dat besluit en dat is een van de belangrijkste dingen die in onze fractie aan de orde zijn geweest» ïn die considerans wordt na melijk gezegd dat de vestiging van een tweede nationale luchthaven moet worden bevorderd» Wij zijn het met u eens dat een aantal kwesties moet worden bestudeerd en dat daar nu wegen voor zijn gevonden» Daarbij vormt het milieu een zeer belangrijk punt» Ik kan het niet helemaal eens zijn met de heer Geene, wanneer hij met betrekking tot een vestiging in West-Brabant zegt dat juist die lucht haven een goede invloed zal hebben op het milieu tussen Antwerpen en Rotterdam» Wanneer de geluidsoverlast en alle overige zaken die bij zo'n luchthaven horen de normale groei zullen doormaken die vrijwel iedereen daarvan verwacht, is het mijns inziens volgens de thans be kende gegevens met juist dat die luchthaven daar komt» Wat de economische motieven betreft, waarbij de werkgelegenheid ook een belangrijke rol speelt, hebben wij in eerste instantie al gezegd dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 63