644
25 JUNI 1973
activiteiten. Dit voorstel en de vele besprekingen die daaraan vooraf
zijn gegaan tonen dan ook wel de starheid van de huidige gemeenschap
pelijke regelingen aan. Dit wordt nog duidelijker wanneer wij het sub-
sidiëntenoverieg erbij betrekken, want de gemeenteraden kunnen slechts
eenmaal in de drie jaar "ja" of "nee" zeggen, vrijwel zonder inspraak,
want iedere wijziging moet weer terug naar de provincie en de vier gro
te gemeenten die erbij zijn betrokken. Is het dan "ja", dan moet er zon
der meer worden betaald. Achteraf gaat het dan ook meestal om niet ge
ringe bedragen als gevolg van de inmiddels plaatsgehad hebbende sala
risverhogingen die -- zo staat er dan in het preadvies -- niet konden wor
den voorzien.
Het is dan ook duidelijk dat juist onze fractie er steeds op heeft ge
wezen dat wij in zeker opzicht gevangenen zijn van dit subsidiëntenover-
leg. Wat het Brabants Orkest betreft is het voor onze fractie op dit mo
ment aanvaardbaar dat dit gescheiden wordt behandeld van Globe, om
dat er wezenlijke verschillen zijn. Er is namelijk een duidelijke rela
tie tussen het Brabants Orkest en Brabant en dus Breda: zonder het Bra
bants Orkest zou het muziekonderwijs in bijzonder grote moeilijkheden
kunnen geraken. Het Brabants Orkest stelt zich bovendien serieus cp met
betrekking tot veranderingen in het beleid en de bezetting. Er zijn nu
o. m. ook plannen voor jeugdconcerten en wij hopen dat het bij die plan
nen niet zal blijven.
Wij zouden een poging willen wagen om de huidige starheid te door
breken, door het college voor te stellen de tijdsduur van de gemeenschap
pelijke regeling terug te brengen van drie jaar tot twee jaar. In princi
pe krijgt de raad dan in dezelfde zittingsperiode tweemaal de gelegen
heid enigermate bij te sturen.
Daarnaast dient er ook iets te worden gedaan aan de toegangsprijzen,
zeker gezien in het licht van de welstand van de bezoekers. Tijdig bij
sturen lijkt ons zonder meer noodzakelijk. Dat zal dan tenminste ieder
jaar in de trend moeten zijn. Ik geloof namelijk dat wij de gemeenschap
niet meer moeten laten betalen via de subsidies dan dringend noodzake
lijk is; de bezoekers zelf dienen ook de nodige bijdragen te leveren.
Wat nu het Zuidelijk Toneel betreft, zoals dat tegenwoordig optreedt
onder de naam Globe, stel ik vast dat deze groep niet vrij zou mogen zijn
van schuldgevoelens. In het verleden bestond er weinig interesse voor Bra
bant, echter wel wat de financiële zekerheid betrof. Amsterdam trok veel
meer en de naam "Het Zuidelijk Toneel" had in feite niets om het lijf.
Globe is dan ook mede oorzaak dat er nu behoefte ontstaat in onze pro
vincie aan duidelijkheid omtrent het beroepstoneel. Het amateurtoneel
moet via deze operatie beslist meer mogelijkheden krijgen; in ieder ge
val mag dat er niet op achteruit gaan. Goede steun aan amateurgezel
schappen was en is nog steeds een belangrijk punt in ons gemeentepro
gramma.
Laat men ons goed begrijpen; wij willen wel betalen voor goede to
neelactiviteiten, maar dan na gedegen studie en via een regeling waar
bij wij ons geen gevangenen meer hoeven te voelen van het subsidiënten-
overleg. Wij hopen van harte dat het landelijk toneelbestel, mede door
de beslissing van deze raad, in beweging zal komen. Er is grote behoef
te aan andere verdeelsleutels en subsidiesystemen. Daarbij mag de me
dewerking van de rijksoverheid naar onze mening niet ontbreken. Ook
ten aanzien van de middelgrote en kleinere plaatsen is een oplossing ge
wenst, namelijk: meebetalen, maar dan ook reëel meegenieten. Een
gemeenschappelijke regeling binnen de provinciale grenzen zonder meer
raakt onzes inziens zo langzamerhand uit de tijd.
Dan kom ik thans aan Proloog. Gelukkig bestaat hiervoor geen ge-