65 18 JANUARI 1973 Ik wens die groeitendenzen inderdaad aan te vechten, omdat ik blijf bij mijn mening dat de ouderwetse methode van extrapolatie tot verkeerde conclusies kan leiden, zoals met name ook voortdurend blijkt voor de groeicijfers die worden geproduceerd door het Centraal Planbu reau, Die moeten ieder jaar weer worden bijgestuurd, omdat de gege vens en de externe beihvloedingsfactoren ieder jaar weer schijnen te veranderen. Blijkbaar beschikt men niet over de technieken om die wijzigingen volledig te voorzien en daarom vind ik ook deze cijfers over de groei van het luchtverkeer aanvechtbaar. Bovendien ben ik nog steeds van mening dat wij zelf invloed kunnen uitoefenen op deze groei. Door al of niet aan de consumptie van die vliegbewegingen deel te nemen, beslissen wij over de groei. Als wij met zijn allen driemaal per jaar naar Spanje vliegen, natuurlijk, dan groeit het luchtverkeer. Wij zouden echter ook kunnen besluiten dat niet te doen en naar de Veluwe te gaan. De VOORZITTER: Zullen wij dat dan maar doen, mevrouw Van Nes? Mevrouw VAN NES-BRANDS: Het lijkt mij erg gezellig, mijnheer de voorzitter," Nogmaals, ik ben van mening dat wij niet als onomstotelijk vast staand moeten aannemen dat die groei er komt of moet komen; ik vind dat wij onszelf de gewetensvraag moeten stellen of wij die groei willen en wat daarvan de consequenties zijn. De economische aspecten hebben daar eigenlijk ook wel mee te maken. Ik vind namelijk dat in alle stukken en rapporten waarover wij beschikken over de economie wordt gesproken in termen van geld. Wat ons voor ogen staat is een financiële groei, maar ik geloof dat wij daar ook andere fac toren bij moeten betrekken. Ik heb in eerste instantie geprobeerd uit te leggen wat ik daarmee bedoel, namelijk dat er schaarse goederen en vrije goederen zijn, goederen waarvoor wij op dit moment nog niet betalen, maar waarvoor wij wel zouden moeten betalen, zoals schone lucht, schoon water, stilte, enfin, u kent al die milieufactoren wel waarop steeds meer aanslagen worden gepleegd en die steeds schaarser worden. Daardoor zou den wij ervoor moeten betalen, maar die betaling stellen wij niet tegen over de andere onkosten die wij maken als arbeid, grond en materiaal. Inderdaad worden er op het ogenblik technieken ontwikkeld om die zo genaamde vrije goederen ook in de afweging te betrekken, dat is dan die kosten-baten-analyse waarover u ook hebt gesproken. Wij mogen hopen dat de landelijke commissie daar uit kan komen, maar ik vind dat men niet zomaar uit de vrije hand mag zeggen dat er een versterkte economische ontwikkeling komt. Als men alles in geld zou uitdrukken en dan tegen elkaar afwegen, weet ik nog niet zo net, De heer DEES: Daarom hoeft u er nu toch nog niet tegen te zijn? Als u die kosten-baten-analyse - ik ben het daar volkomen mee eens - afwacht, kunt u toch alsnog een standpunt innemen? Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ja, maar daarom zeg ik nu nog niet dat dit de economische ontwikkeling bevordert. Dat weet ik op dit mo ment namelijk nog niet. De heer GEENE: Ik wil graag even reageren op de opmerking van de heer Dees dat in de motie van de K, V, P, in grote lijnen eigenlijk hetzelfde staat als in de nota van burgemeester en wethouders. Voor een groot deel heeft hij daar gelijk in. Wij hebben ons alleen afgevraagd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 65