25 JUNI 1973 661 thans geacht worden niet mijn handtekening onder het amendement te hebben gezet. Gezien de nadere informatie die wij daarover hebben vernomen, wens ik de consequenties daarvan niet te aan vaarden. Ik trek mijn handtekening dan ook terug. De VOORZITTER: Het amendement is inmiddels toch voldoende ondertekend, zodat het deel uitmaakt van de beraadslaging. De heer VAN OS: Uit het antwoord van de wethouder hebben wij begrepen dat er ernstige consequenties zijn verbonden aan een afwijking van het preadvies zoals dat thans voor ons ligt. Wij wil len dit dan ook onverkort steunen. Vervolgens wil ik nog even reageren op de opmerking van de heer Se verens, die ons heeft voorgerekend dat een kwart van het gemeentelijk cultuurbudget naar de muziek gaat. Wij willen daar van niet op voorhand aannemen dat dat teveel is, want dat valt zonder nader onderzoek natuurlijk ook niet vast te stellen. De heer SEVERENS: Wij worden wel geconfronteerd met vragen over 19.000,-- waarover wij niet positief kunnen beslissen! De heer VAN OS- Men kan natuurlijk ook simpelweg zeggen dat er heel wat meer mensen zijn die zich actief of passief bezig houden met muziek dan met toneel. Dat zou ook een rol kunnen spelen, maar ik geloof dat wij ons in heel vage filosofieën be geven als wij daarover nu een uitspraak doen. De heer KROON: Het behoeft waarschijnlijk geen betoog dat ik blijf bij hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd. Ik ga akkoord met het preadvies en voel onder geen beding iets voor opheffen van het Brabants Orkest. Er zijn anderen die zeggen dat zij daar ook niet voor voelen, maar als wij nu andere eisen gaan stellen aan het subsidiè'ntenoverleg en andere data gaan noemen, betekent dat wel dat daarmee deze zaak in een heel gevaarlijke zone komt, zoals de wethouder heeft gezegd. Ik kan mij dan ook niet ver enigen met het amendement dat door de heer Severens is inge diend. Overigens heeft de heer Severens heel aardig met cijfers ge goocheld. Door de kosten van het Brabants Orkest en de muziek school bij elkaar op te tellen, komt hij aan een kwart van het totale budget. Nu mag men van mij best muziek bij muziek op tellen, maar ik meen dat de muziekschool toch iets totaal anders is dan het Brabants Orkest. De heer SEVERENS: Het gaat daarbij om dezelfde mensen die ook de uitvoeringen van het Brabants Orkest bezoeken. Als u de rapporten nagaat, zult u zien dat de wijken Zuid en Zuidoost zwaar oververtegenwoordigd zijn. Dat is de categorie die ook het belangrijkste element uitmaakt van de bezoekers van het Brabants Orkest. De heer KROON: Dat is best mogelijk, maar ik ben van mening dat muziekonderwijs eenvoudig bij de opvoeding hoort en daarom wil ik die twee zaken niet op een lijn stellen, maar daarover kun nen wij natuurlijk van mening verschillen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 661