662 25 JUNI 1973 Nogmaals, ik blijf bij hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd. Wel zou ik willen ondersteunen wat door de heer Quadekker naar voren is gebracht, namelijk dat getracht dient te worden op zo kort mogelijke termijn een nadere studie in te stellen, zodat wij, ook met betrekking tot het Brabants Orkest, eerder over betere gegevens beschikken en wij niet hoeven te wachten. Dit komt ook overeen met hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd, namelijk dat po gingen moeten worden ondernomen de termijn terug te brengen van drie naar twee jaar. Mevrouw JSGER- MIDDELBEEK: Wij zijn het eens met hetgeen de heer Quadekker heeft gezegd en staan verder achter het voorstel. Wij hebben derhalve geen behoefte aan het amendement, De heer BIEMANS: Er is door de jaren heen veel en lang ge sproken over de subsidies voor het Brabants Orkest en wat daarmee samenhangt. Dat is niet alleen in deze gemeenteraad gebeurd, maar ook in de raden van Den Bosch, Eindhoven en Tilburg is steeds weer gesteld dat men er deze keer weer voor een jaar mee akkoord ging; een verschijnsel dat zich ook jarenlang heeft gemanifesteerd in pro vinciale staten. Ik ben het ermee eens dat. er een commissie dient te worden ingesteld die deze zaak grondig gaat bestuderen. Ik neem echter aan dat dit in het verleden al vaker is gebeurd, want ik weet welhaast zeker dat bij elk besluit dat over deze kwestie is genomen, is gezegd: voor deze keer akkoord, maar het kan zo niet langer. Ik sta achter het voorstel. Ook ben ik er voorstander van de zaak opnieuw grondig te bestuderen, maar aan de andere kant ben ik van mening dat wij, als wij allemaal vinden dat het Brabants Orkest, het Zuidelijk Toneel en Proloog moeten blijven, daar wel de financiële consequenties van zullen moeten aanvaarden. Ik wens de werkgroep die, als dit wordt aangenomen, deze zaak gaat bestuderen heel veel succes. Wethouder MANS: Ik heb niet veel meer toe te voegen aan hetgeen door de verschillende raadsleden naar voren is gebracht en daarom wil ik volstaan met in het kort op een paar punten te reageren. De heer van Os en de heer Kroon hebben al duidelijk gesteld dat bij de optelsom van de heer Se verens minstens" de vraag aan de orde kan worden gesteld die op de lagere school ook rijst wanneer de meester duidelijk maakt dat je nooit appels en peren bij elkaar mag optellen. Ik heb een beetje de indruk dat de heer Severens dat doet wanneer hij op deze manier met cijfers goochelt. Ik heb er weinig behoefte aan daar op dit moment aan mee te doen. De heer Severens heeft een uitspraak gedaan die ik mij toch wel een beetje aantrek en die ik ook graag wil beantwoorden. Hij heeft namelijk, zoals al meermalen is gedaan, verwezen naar mijn uitspraken, gedaan tijdens de opening van de ikonenexpositie in de Beïjerd, Ik "heb daar gezegd en de heer Severens heeft dat geciteerd; kiezen kun je pas als je weet wat je wilt. Dat is helemaal waar, zegt de heer Severens, maar wij weten niet wat wij willen. Ik meen dat er twee dingen aan de orde zijn. In de eerste plaats gaat het hier niet alleen om een keuze, het gaat hier om een keuze in samenspraak en in overleg met andere partners en daardoor wordt die keuzemogelijkheid beperkt, In de tweede plaats geloof ik dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 662