674 16 AUGUSTUS 1973 VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 26 februari 1973) De heer MENSEN: Een aantal gemeenten in Nederland, waaronder ook grote, heeft om het menselijk leed in Vietnam te lenigen een aantal gemeenten aldaar geadopteerd. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen is met betrekking tot deze zaak zelf met een voorstel gekomen. Onze fractie verzoekt het college ons te informeren over de moge lijkheden die de gemeente Breda in dezen zou kunnen hebben o. m door informatie over de ontwikkelingen die elders in ons land, voor al in grote steden tot een besluitvorming hebben geleid. ANTWOORD. Tijdens een interpellatie op 30 mei 1972 van minister Geertsema door de heren cfe Gaay Fortman en Fransen is duidelijk geworden dat slechts in een aantal gevallen raadsbesluiten tot het verstrek ken van ontwikkelingshulp niet zullen worden vernietigd door de Kroon. Van primaire betekenis is daarbij dat het een uitgave betreft die mede dient ter behartiging van de geestelijke belangen van de eigen inwoners. Gedacht kan daarbij worden aan die uitgaven die een plaats vinden in het kader van de ontwikkeling van de samen- werkingsgedachte in de gemeente. Wij menen nu dat door de diverse acties voor hulpverlening aan Vietnam reeds een zodanige mate van bewustwording en betrokkenheid is gegroeid en tot uitdrukking is ge komen dat een gemeentelijle bijdrage niet meer geacht kan worden mede de geestelijke belangen van de eigen inwoners te behartigen. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 15 maart 1973) De heer AMERICA: ofschoon het al erg laat is, wil ik toch nog een korte vraag stellen. Vanavond zijn twee agendapunten blijven liggen. Nu er aldus een maand uitstel is, zou ik willen weten of alvast begonnen kan worden met één probleem dat nog vergeten is bij de ombouw van de afdelingsvergaderingen naar de adviesraden, namelijk dat er al bestaande adviesraden zijn, met name de cul turele raad, jeugdadviesraad, sportstichting en de St. A.R, Mis schien kan men zich deze maand eens buigen over de vraag hoe de verhouding tussen die verschillende raden moet zijn. ANTWOORD. Bij ons voorstel tot instelling van commissies van advies en bijstand is de verhouding tussen deze commissies en de functionele advies raden m. b. t, de adviserende functie inderdaad niet ter sprake ge bracht. Deze verhouding was n. 1. nauwelijks in het geding, In dit opzicht heeft de omvorming van raadsafdelingen tot raadscommissies immers slechts tot gevolg, dat de raadscommissies in een eerder stadium dan de vroegere raadsafdelingen over een zaak advies uit brengen. Een ander verschil is dat de raadscommissies adviseren aan ons college en niet, zoals de raadsafdelingen, aan de gemeente raad. Beide verschillen hebben geen invloed op de onderlinge verhou ding tussen adviesraden en raadscommissies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 674