676
16 AUGUSTUS 1973
ANTWOORD.
Het moge bij vragensteller bekend worden verondersteld, dat binnen
de totaliteit van de kostentoerekening in verband met de realisering
van de hoogspoorwerken in Breda, de toerekening van de kosten van
het stationsgebouw aan N. S. mede heeft geleid tot de verdeel
sleutel 19|> N. S. en 80gemeente.
Op verzoek van de gemeente Breda is achteraf de door vragen
steller bedoelde tunnel vanuit de Belcrum in het totale project
aangebracht, die -- na onderhandeling -- op basis van dezelfde,
hierboven vermelde, kostenverdeling wordt gerealiseerd.
In dit kader zouden wij geen bezwaar maken tegen de door
vragensteller bedoelde aanduiding boven de onderdoorgang.
Wij kunnen U echter mededelen, dat N. S. dit voornemen niet
heeft. Wel zouden wij bezwaar maken als N.S. in het kader van de
kredietverlening door de raad de slagzin zou etaleren: "Dank zij
(ondanks) Breda gaat N.S. er overheen".
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 21 mei 1973)
De heer VAN BANNING: Ik zou willen vragen welke reden het
waterschap West-Brabant heeft om de vergadering van 24 mei in het
gemeentehuis van Breda te houden. Wat zijn de overwegingen van het
college bij zijn besluit het gemeentehuis hiervoor beschikbaar te
stellen?
ANTWOORD.
Vanaf 29 juni 1851 geldt de gemeentewet. Vanaf die datum bestaat
de huidige gemeente Breda, met gemeentehuis. Vanaf 1970 be
staat het Waterschap West-Brabant, ingesteld door het Provinciaal
bestuur. Aanvankelijk werd een voorlopig dagelijks bestuur benoemd,
waarvan de Bredase burgemeester voorzitter (voorlopig) was. De voor
lopige griffie was gevestigd ten gemeentehuize van Breda. Gemaks
halve zijn vergaderingen van het voorlopig dagelijks bestuur van het
Waterschap aldaar gehouden. Tevens vergadert aldaar de Algemene
Vergadering van dit Waterschap, in den beginne (van het Water
schap) omdat er geen andere ruimte beschikbaar was en thans om
dat de nieuwe vergaderruimte van het Waterschap nog niet geheel
gereed is. Ove'rigens worden de kosten daarvan bij het Waterschap
in rekening gebracht en door hetzelfde voldaan.
Het college zou -- na overleg ove'r het tijdstip van vergaderen --
geen reden kunnen bedenken om de beschikbaarstelling van het
gemeentehuis -- na de in een relatief korte historie gegroeide
praktijk -- te weigeren.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 21 mei 1973)
De heer BROOIMANS: Een aantal tuinders, die bedrijven heb
ben aan de Leursebaan c. a.klaagt over wateroverlast. Bij zware
regenval staan hun tuinderijen blank met voor deze mensen uiter
aard onaangename gevolgen. Dit zou het gevolg zijn van de te
kleine capaciteit van ter plaatse aanwezige duikers. Mag ik vragen
om het treffen van de nodige voorzieningen opdat deze waterover
last tot het verleden gaat behoren.