16 AUGUSTUS 1973
683
4. Is Uw college bereid de commissies van advies en bijstand
voor ruimtelijke ordening en voor economische zaken op korte
termijn te betrekken bij de beleidsvoorbereiding ter zake, zodat
te zijner tijd een zo verantwoord mogelijke beslissing kan wor
den genomen?
TOELICHTING:
De vestiging van deze superstore kan verstrekkende gevolgen
hebben voor de Bredase middenstand.
In dat licht bezien, komt het enigszins vreemd over, dat blijkens
een bericht in Dagblad De Stem d. d. 25 juni 1973 Uw college en de
Koninklijke Bijenkorf Beheer kennelijk een principe-akkoord zouden
hebben gesloten, terwijl fundamentele vragen van de VVD-fractie
geen enkel antwoord hebben gekregen.
ANTWOORD.
In antwoord op de vragen, door de heren ir. van Merkom en
Veelenturf gesteld in de raadsvergaderingen van respectievelijk
14 december 1972 en 25 juni 1973 en in antwoord op de schrifte
lijke vragen van de heer drs. Dees van 17 april 1973 en 17 juli 1973,
aan de leden van de raad in afschrift toegezonden bij brieven van
respectievelijk 19 april 1973, nr. St/O/6825 en 19 juli 1973,
nr. EZ/12370, delen wij U het navolgende mede.
Eind februari 1972 heeft de N. V. Koninklijke Bijenkorf Beheer
aan ons college medegedeeld, de mogelijkheden van vestiging
van een superstore in Breda in de omgeving van Het Turfschip
te onderzoeken.
Ons college heeft gemeend aan dat onderzoek zijn medewer
king te moeten verlenen. In dat kader hebben wij de betrokken
gemeentelijke functies ingelicht en hebben wij tevens de Werk
groep Binnenstad (ir. W. C.A. van Heesewijk, Bureau voor ruimte
lijke ordening B. V.de dienst van openbare werken en de socio
grafische dienst) verzocht haar zienswijze met betrekking tot de
vestiging van een superstore aan ons college kenbaar te maken.
Genoemde werkgroep heeft haar voorlopig advies, zie hierna D
sub 4, in oktober 1972 uitgebracht. Inmiddels was het overleg
tussen de N. V. KBB en cle gemeente ter nadere oriëntering voort
gezet. Hoewel het genoemde advies van de Werkgroep Binnenstad
een aantal kritische kanttekeningen plaatst bij de eventuele ves
tiging van een superstore, heeft ons college gemeend dat in beginsel
aan ae vestiging van een superstore op het terrein Beijerd/Kloosterlaan
medewerking zou kunnen worden verleend, mits van de zijde van
de gemeente ongewenste ontwikkelingen met betrekking tot de be-
winkeling ter plaatse kunnen worden tegengegaan en mits van de zijde
van de N. V. KBB aan een aantal voorwaarden zou worden voldaan:
a. een relatief aanzienlijke vermindering van de netto-vloeropper
vlakte;
b. een zodanige situering en indeling, dat het gebouw een schakel
functie tussen stadscentrum en Turfschip vervullen zal;
c. een in de bestaande structuur passende situering en vormgeving;
d. een verantwoorde oplossing voor de parkeerproblematiek.