684
16 AUGUSTUS 1973
Op basis van deze voorwaarden is het overleg voortgezet.
Op 5 april 1973 hebben wij bij brief nr. St/O/5810 -- waarvan
een kopie is bijgevoegd -- aan de N. V. KBB bevestigd, dat wij
in beginsel positief staan ten opzichte van de superstore-vestiging,
dat nader overleg met betrekking tot de door ons gestelde uitgangs
punten nog zal moeten volgen, terwijl wij tevens een indicatieve
grondprijs hebben opgegeven.
Bij brief van 6 juni 1973 -- waarvan een kopie is bijgevoegd --
heeft de NV KBB op onze brief van 5 april 1973 gereageerd.
Wij menen, dat vorenstaande algemene informatie van nut kan
zijn in het kader van de hierna volgende beantwoording van de ge
stelde vragen.
A. Vragen van de heer ir. van Merkom d. d. 14 december 1972.
1. Uit het vorenstaande (zie c en d) moge blijken, dat wij deze
vraag bevestigend beantwoorden;
2. wij zijn voornemens het advies van de Stedebouwkundige Advies
raad in te winnen, zodra ten aanzien van situering en vorm
geving van het gebouw, alsmede ten aanzien van de te kiezen
parkeeroplossing een naar ons oordeel aanvaardbaar plan is ont
wikkeld; zeker ten aanzien van de parkeerproblematiek is --
zoals uit meergenoemde brief van de N. V. blijkt -- nog het
nodige te doen. Wij achten het niet juist in dit stadium in fasen
het oordeel van de Stedebouwkundige Adviesraad omtrent facetten
van het plan in te winnen;
3. een en ander zal mede afhangen van de uiteindelijke situering
en vormgeving van de superstore-vestiging; in het op te stellen
bestemmingsplan zal uiteraard het aspect van de aansluiting bij de
binnenstad gestalte dienen te krijgen.
B. Vragen van de heer drs. Pees d. d. 17 april 1973.
I. 1. ja;
2. ja, waarbij men over de aard der verstrekkende gevolgen
verschil van mening kan hebben;
4. wij hebben onze bereidheid, in beginsel aan de vestiging
mede te werken gebaseerd op enerzijds onze overtuiging,
itieversterkend kan werken
Binnenstad;
5. waar de gemeente beschikt over een eigen, deskundig en
objectief adviserend apparaat, achten wij vanuit gemeentelijk
oogpunt het voorgestelde onderzoek niet nodig; wij hebben er
uiteraard geen bezwaar tegen, dat in de vraag bedoelde
organisaties -- waarmede contact is en zal worden onder
houden -- zelf een dergelijk onderzoek doen instellen.
Wij hebben -- zo tot dat onderzoek zou worden besloten
de organisaties de medewerking van de sociografische dienst
toegezegd. In dit kader vindt momenteel overleg plaats tus
sen het CIMK en de genoemde dienst;
3. ja;
advies van de werkgroep