696 16 AUGUSTUS 1973 VRAAG (gesteld ingevolge art, 40 van het R„ v„ O, De heer CRUL: 1, De 2e nationale luchthaven is voor het opstellen van een advies aan de regering in een beslissende fase gekomen, 2, In deze. fase had het optreden van de gedeputeerde Brokx in de informatievergadering over deze kwestie op vrijdag 15 juni j. 1. meer weg van een verkoopgesprek van een handelsreiziger, die er op uitgestuurd is om de luchthaven aan de man te brengen, dan het werk van een bestuurder. Zijn informatie was hard, koel en zakelijk, uitsluitend gericht op de economische en technische aspecten van deze zeer belangrijke aangelegenheid. Het gevaar dat deze informatiedagen worden gezien als inspraak vergaderingen is duidelijk aanwezig. De aktiviteiten van de heer Brokx zouden daarvoor wel eens een negatief effect kunnen heb ben en op grond daarvan wellicht beter achterwege kunnen blijven. 3, Tijdens de genoemde bijeenkomst op 15 juni werd aandacht be steed aan de motie die door de raad van Breda over de 2e lucht haven is aangenomen. De heer Brokx deelde mee, dat deze motie aan de adviescommissie ter hand was gesteld. 4, De motie, die op 18 januari 1973 in de raad van Breda over de 2e luchthaven werd aangenomen, had duidelijk de bedoeling garan ties te scheppen voor een Brabantse inbreng in deze zaak. Verder werd in de motie gevraagd zodanige inspraakprocedures op te zetten, die een werkelijke inspraak van de brabantse burgers moesten garanderen, 5, Met verwijzing naar het vorenstaande verzoek ik met zeer veel spoed: a. De regeringsadviescommissie mede te delen, dat de aktiviteiten van de heer Brokx inzake de. informatievergaderingen 2e nationa le luchthaven geen inspraakmogelijkheid over deze zaak van de burgerij hebben ingehouden, b. Aan het Provinciaal Bestuur van Brabant zeer dringend te verzoe ken op korte termijn uitvoering te geven aan de motie inzake de 2e nationale luchthaven van de raad van de gemeente Breda d, d. 18 januari 1973, speciaal voor wat betreft de volgende onderwerpen -"studie over de welzijnsconsequenties voor Brabant; - het instellen van een stuurgroep uit provinciaal bestuur en re gio's teneinde de studie over de consequenties voor Brabant te begeleiden; - inspraakprocedures voor Brabant op te zetten. ANTWOORD Naar aanleiding van Uw bovenaangehaald schrijven aan de voorzitter van de Raad, waarin U onder 5, a en b, een tweetal vragen met betrekking tot de voorlichting en inspraak-procedures 2e Nationale Luchthaven stelt, berichten wij U het volgende. Nadat op 18 januari 1973 de nota inzake de mogelijke vestiging van een 2e Nationale Luchthaven m West-Brabant door de gemeenteraad was behandeld en met algemene stemmen een motie was aanvaard en door ons college overgenomen, hebben wij de nota en de motie verzonden aan de minister van verkeer en waterstaat, het provinciaal bestuur, het contactorgaan West-Brabant, de besturen van de regio's Bergen op Zoom,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 696