16 AUGUSTUS 1973
697
Roosendaal en Breda, de besturen van de Westbrabantse gemeenten, zo
mede aan de adviescommissie 2e Nationale Luchthaven,,
Bovendien hebben wij nog aan verschillende instanties en groeperin
gen bedoelde stukken doen toekomen» Genoemd kunnen worden: dë stich
ting centraal comité anti-bulderbaan en de werkgroep luchthaven en wel
zijn»
Allerwegen blijkt de belangstelling voor deze gewichtige zaak te
groeien»
Het contactorgaan West-Brabant tracht de verschillende informatie
stromen en vragen om inspraak zoveel mogelijk te coördineren» Zo heeft
het contactorgaan het initiatief genomen tot bijeenkomsten te Bergen op
Zoom, Roosendaal en Breda, alwaar het lid van gedeputeerde staten, de
heer Mr„ G» Ph. Brokx informatie heeft verstrekt.
De inlichtingen bleken niet volledig te kunnen zijn, daar immers de
studies en onderzoekingen nog niet zijn afgerond. Zulks blijkt ook uit het
antwoord van gedeputeerde staten op een vraag van het statenlid, de heer
W. C» M. Hagenaars te BeEgen op Zoom, Zie hiervoor de brief van gede
puteerde staten aan de statenleden van 27 juni 1973, G. nr. 134. 532a.
Nu de informatie op gang komt zal ook de inspraakprocedure spoe
dig meer gestalte moeten gaan krijgen. In dit verband moge gewezen wor
den op het feit» dat zeer recentelijk te Bergen op Zoom is tot stand ge
komen de West-Brabantse Inspraakkommissie voor de 2e Nationale Lucht
haven (in 3ë wandeling "WIL" genoemd), in welke commissie allerlei
belanghebbende groeperingen participeren.
Ons college zal de inspraak uit het gebied, waar enigszins mogelijk
ook via de bestaande samenwerkingsverbanden in West-Brabant, bevor
deren.
Tegen deze achtergrond zijn wij bereid de in Uw aangehaalde vraag
stelling bedoelde contacten met de adviescommissie 2e Nationale Lucht
haven en met het provinciaal bestuur te realiseren, hetgeen wij zullen
doen door het toezenden van Uw brief van 16 juni j.l. en ons antwoord
hierop»
VRAAG (gesteld ingevolge art. 40 van het R. v.O.
De. heer VAN MERKOM:
Onlangs keek ik toevallig in de leeskamer eens in het mapje afge
werkte toezeggingen en ontdekte het antwoord op toezegging no. 95 ge
daan in raadsvergadering van 18 december 1972, en beantwoord 8 febru
ari 1973, (Wanneer een kopietje aan ondergetekende mogelijk was ge
weest, dan had ik er echt eerder op gereageerd).
In de diskussies in de Raad op 18 december 1972, betreffende bijla
ge. 433, voorstel van burgemeester en wethouders tot het aangaan van
een overeenkomst met de verenigde sportfondsenbaden n. v. en met een
naamloze vennootschap in oprichting, inzake de. bouw en exploitatie
van een zwembad in Breda-Noord, vraagt ondergetekende in eerste in
stantie (blz. 1569 raadsnotulen):
"In maart 1972 is aan uw dienst voor jeugd en sport ook een lage
re prijs doorgegeven voor een eenvoudig bad van 50x17 m. name
lijk een prijs - voor het bad inclusief de installatie - van ƒ.5.176.000,—,
exclusief BTW. Dat was ruim 1 miljoen minder dan het door uw
dienst voor het toen ter tafel liggende plan berekende bedrag van
6,2 miljoen. Waarom is de opgegeven lagere prijs niet in de be
schouwingen betrokken?"