698 16 AUGUSTUS 1973 In tweede instantie herhaal ik deze vraag (blz. 1580 raadsnotulen): "Een ander punt is dat de wethouder niet heeft geantwoord op de vraag waar het vereenvoudrgde 50-meterbad, dat in maart 1972 aan de dienst is aangeboden, is gebleven. Dat bad zou voor een bedrag van 5,2 miljoen gebouwd kunnen worden en zou afme tingen hebben van 50x17 meter". De wethouder antwoordt (blz. 1586 raadsnotulen): "De heer Van Merkom zoekt naar een vereenvoudigd bad, dat des tijds aan de dienst voor jeugd en sport is aangeboden. Ik kan hem alleen zeggen dat ik zal nagaan waar het gebleven is. Ik beloof de heer Van Merkom dat ik zal blijven zoeken totdat ik het gevonden heb, zo het überhaupt is aangeboden". In het bovengenoemde antwoord op deze toezegging wordt verklaard (zie bijgevoegde kopie): "Een plan voor de bouw van een vereenvoudigd bad als door de heer Van Merkom bedoeld is niet aan de dienst voor jeugd en sport aan geboden, zo is na onderzoek gebleken". Bijgesloten zend ik U: 1. Schrijven (kopie) van 11 april 1972 van architektenburo Nouwens en Van Poppel aan de dienst voor jeugd en sport te Breda, naar aanleiding van een brief van de dienst voor jeugd en sport van 29 maart 1972, 2. Schrijven (kopie) van 6 april 1972 van de I, B. C. waar onder meer de prijs van een vereenvoudigd bad voor 5. 176.000, -- exclu sief BTW om de hoek komt, en vermeld is dat een en ander geba seerd is op een prijspeil van november 1971, 3. Programma's van eisen opgesteld door de dienst voor jeugd en sport in november 1971 (waarop prijsaanbieding onder 2 geschied is) voor: plan A; 50-meterbad goedgekeurd door B en W en Raad, 50x21 m. plan B: vereenvoudigd 50-meterbad (50x17 m); plan C: Combibad. Naar aanleiding van het bovenstaande stel ik. aan Uw Kollege de volgende vragen: 1. Kan Uw Kollege verklaren hoe het mogelijk is, dat op een toch wel duidelijke en konkrete vraag van een raadslid zelfs na onderzoek geen geheel bevredigend antwoord gegeven kari wordenï 2» Acht Uw Kollege het alsnog mogelijk een bevredigend antwoord te geven op de door het raadslid in eerste termijn gestelde vraag bij de behandeling van het eerder genoemde onderwerp in de raadsver gadering van 18 december 1972? 3. Acht Uw Kollege het antwoord niet van belang voor de gehouden besluitvorming van de raad? 4. Acht Uw Kollege het niet raadzaam de volgende woorden van de wethouder te herroepen (Raadsnotulen blz. 1576): "Voorts heeft de heer Van Merkom een historische schets gegeven waarvan ik moet zeggen dat ik de manier waarop hij een en ander heeft aangedragen ten aanzien van het functioneren van de dienst voor jeugd en sport op zijn zachtst gezegd unfair vind. Alle ge gevens die de heer Van Merkom op tafel legt zijn op dit moment niet af te checken", 5. Acht Uw Kollege het mogelijk de beraadslagingen over dit raads besluit te heropenen? ANTWOORD Medio oktober 1971 heeft een gesprek plaatsgehad met het architecten-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 698