69 18 JANUARI 1973 aan veel werk is besteed en waarin veel tijd is geïnvesteerd door de commissie algemene zaken, de ambtelijke medewerkers en het colle ge. Wij zijn blij dat wij dit stuk nu voor ons hebben en dat het zo uit gebreid en omvangrijk is. Met betrekking tot hoofdstuk 5, de commissies, wil ik enkele opmerkingen maken over de openbaarheid van de commissievergaderingen. U zult begrijpen dat de P. A, K. -fractie die openbaarheid bijzonder toejuicht. Onze vraag was en is op welke wijze kan worden bereikt dat de burgers maximale mogelijkheden hebben om direct of indirect aan te geven welk beleid moet worden gevoerd, m. a. w. wat er bestuurlijk door de overheid moet worden gedaan. Democratie betekent in ieder geval dat die maxi male mogelijkheden er moeten zijn en dat kan met name gebeuren in dien openbaarheid in het bestuur vaste regel is. Daardoor is er een mo gelijkheid voor de bureer om tot oordelen in staat te worden gesteld. Wij hopen dat er ook veelvuldig van die mogelijkheid gebruik zal wor den gemaakt, direct en indirect. Wat betreft het omvormen van de raadsafdelingen in commissies van advies en bijstand aan het college van burgemeester en wethouders het volgende. Die commissies komen nog wel terug, maar wij leggen nu in dit reglement van orde in een aantal artikelen de werkwijze van deze commissies vast. Een nieuw element in de bestuurspractijk wordt gevormd door de commissies van advies en bijstand, waarmee de raad, het dagelijks bestuur en de ambtelijke medewerkers zullen moeten le ren werken. Positief vinden wij, dat deze commissies een duidelijke taak hebben op het gebied van het voorbereiden van beslissingen van de raad vanaf het allervroegste begin. Wij hebben, namelijk in de be stuurspractijk van de laatste jaren, de laatste decennia misschien, een verschuiving gezien waarmee wij niet zo gelukkig waren. Formeel is de raad nog wel het hoogste bestuursorgaan in de gemeente, maar het accent is verschoven naar het dagelijks bestuur en de ambtelijke voor bereiding. Men zou zich kunnen afvragen waar de beslissingen formeel en feitelijke worden genomen. Iedereen zal in het antwoord op deze vraag een verschillend accent leggen, gerelateerd aan zijn opvattingen over besturen en over democratie en aan zijn politieke opvatting. De commissievergaderingen hebben echter in de bestuurspractijk een be langrijke plaats ingenomen en daarom is de omvorming van de raads afdelingen en onzes inziens de hiermee samenhangende noodzakelijke openbaarheid belangrijk om aan de raad als hoogste bestuursorgaan wer kelijk inhoud te geven. Wij zullen er echter in ons werken met deze commissies van advies en bijstand duidelijk aan moeten denken dit te bereiken, omdat naar onze mening ook het gevaar erin zit dat het juist tegengesteld werkt. Tegen deze achtergrond hebben wij twee vragen, waarop wij graag de reactie van het college en ook van de andere fracties zullen vernemen. Deze vragen hebben betrekking op de artikelen 52 en 56. De commissie algemene zaken behandelt zaken betreffende de de mocratisering van het bestuur en de orde en werkwijze van de vergaderin gen van de gemeenteraad. Juist vanwege het algemene karakter van deze zaken en om alle raadsleden te kunnen laten meedenken en via het deel nemende fractielid in de commissie een inbreng te leveren, komt het ons noodzakelijk voor dat de agenda met de bijbehorende stukken aan alle raadsleden dient te worden toegezonden. Met betrekking tot de andere nog in te stellen commissies van- advies en bijstand zouden wij voorts de toezending van de agenda's voor de vergaderingen aan alle raadsleden op prijs stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 69